Citaten uit Spicilegia van A. Schopenhauer

Citaten 1 t/m 3 van 3.

  • Het nomadenleven, dat de laagste sport vormt op de ladder der beschaving, vinden we tegenwoordig op de hoogste terug; namelijk in de vorm van het algemeen verbreide toeristenleven. Het eerste wordt uit schaarste, het tweede uit verveling geboren.
    Origineel: Das Nomadenleben, welches die unterste Stufe der Zivilisation bezeichnet, findet sich auf der höchsten Stufe im allgemein gewordenen Touristenleben wieder ein. Das erste ward von der Not, das zweite von der Langeweile herbeigeführt.
    Bron: Spicilegia
    A. Schopenhauer
    - +
    +31
  • De andere werelddelen hebben apen; Europa heeft de Fransen. Dat is in balans.
    Origineel: Die andern Weltteile haben Affen; Europa hat Franzosen. Das gleicht sich aus.
    Bron: Spicilegia (1840)
    A. Schopenhauer
    - +
    +1
  • Een man, die het onderneemt van de gunst der Muzen, ik bedoel van zijn dichterlijke gaven te leven, heeft iets van een meisje, dat van haar bekoorlijkheid leeft.
    Origineel: Ein Mann, der von der Gunst der Musen, ich meine von seinen poetischen Gaben, zu leben unternimmt, kommt mir einigermaaßen vor, wie ein Mädchen, das von seinen Reizen leben will.
    Bron: Spicilegia z.355
    A. Schopenhauer
    - +
    +1
De beste Spicilegia van A. Schopenhauer citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net.

Over A. Schopenhauer

Duits filosoof, was de zoon van een koopman. Zijn moeder (Johanna) en zijn zuster (Adèle) werden bekend als romanschrijfsters. Hij werd door zijn vader voor de handel bestemd, maar na diens zelfmoord in 1805 volgde Schopenhauer zijn eigen wens door in enkele jaren het gymnasiumprogramma in te halen en aan de universiteiten van Göttingen en Berlijn natuurwetenschappen en filosofie te studeren. In 1813 promoveerde hij in Jena en in de daaropvolgende jaren schreef hij zijn hoofdwerk, Die Welt als Wille und Vorstellung, waarna hij in 1820 in Berlijn als privaatdocent werd toegelaten. Door zijn zelfverzekerde en agressieve houding vooral ten opzichte van Georg Wilhelm Friedrich Hegel kreeg hij nauwelijks toehoorders, zodat hij in 1831 bij de cholera-epidemie Berlijn verliet om er nooit meer terug te keren. Hij bleef verder in Frankfurt wonen, waar hij leefde van de erfenis van zijn vader. Pas in 1853 werd hij beroemd, na een artikel over hem in de Westminster Review, dat ook in Duitsland verscheen. Met het politiek gebeuren liet hij zich niet in: zijn uitlatingen hierover doen hem als conservatief en antirevolutionair kennen.