Citaten uit Journal d'un poète van Alfred de Vigny

Citaten 1 t/m 8 van 8.

  • Het woord dat in de taal het moeilijkst behoorlijk is uit te spreken en te plaatsen, is Ik.
    Origineel: Le mot de la langue le plus difficile à prononcer et à placer convenablement, c’est moi.
    Bron: Journal d'un poète 1835
    Alfred de Vigny
    - +
    +3
  • Acteurs hebben geluk, ze verkrijgen glorie zonder verantwoordelijkheid.
    Origineel: Les acteurs sont bien heureux, ils ont une gloire sans responsabilité.
    Bron: Journal d'un poète (1867)
    Alfred de Vigny
    - +
    +1
  • De arbeid is een vergetelheid, maar een werkzame vergetelheid, die past bij een sterke geest.
    Origineel: Le travail est un oubli, mais un oubli actif, qui convient à une àme forte.
    Bron: Journal d'un poète (1867) 1836
    Alfred de Vigny
    - +
    +1
  • De eer is de mannelijke schaamte.
    Origineel: L'Honneur, c'est la pudeur virile.
    Bron: Journal d'un poète (1867) p.7
    Alfred de Vigny
    - +
    +1
  • De kunst is een keuze uit de waarheid.
    Origineel: L'art est la vérité choisie.
    Bron: Journal d'un poète (1867)
    Alfred de Vigny
    - +
    +1
  • Er is geen mens die het recht heeft de mensen te verachten.
    Origineel: Il n'y a pas un homme qui ait le droit de mépriser les hommes.
    Bron: Journal d'un poète (1867)
    Alfred de Vigny
    - +
    +1
  • Onafhankelijkheid was altijd mijn verlangen en afhankelijkheid mijn bestemming.
    Origineel: L'indépendance fut toujours mon désir, et la dépendance ma destinée.
    Bron: Journal d'un poète 1835
    Alfred de Vigny
    - +
    +1
  • Alle misdaden en ondeugden komen voort uit zwakheid; ze verdienen alleen maar medelijden!
    Origineel: Tous les crimes et les vices viennent de faiblesse; ils ne méritent donc que la pitié!
    Bron: Journal d'un poète 1824
    Alfred de Vigny
    - +
     0
De beste Journal d'un poète van Alfred de Vigny citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net.

Over Alfred de Vigny

Alfred de Vigny (Loches, 27 maart 1797 – Parijs, 17 september 1863) was een Frans schrijver, toneelschrijver en dichter.

In 1814 ging Vigny in het leger, bij de koninklijke garde (le corps des mousquetaires) van de Franse koning Lodewijk XVIII. Het monotone garnizoenleven begon hem echter al vlug te vervelen. Daarom bezocht hij vanaf 1820 de romantische cenakels van de gebroeders Deschamps en van Victor Hugo.
Daarna publiceerde hij zijn eerste gedichtenbundel onder de titel Poèmes. In 1828 verliet hij uiteindelijk ontgoocheld het leger, niettegenstaande het feit dat hij het beroep van soldaat nog steeds hoog achtte. In 1845 werd Vigny verkozen tot de Académie française, waar niet iedereen hem echter met blijdschap ontving.

In 1853 vestigde hij zich weer te Parijs en, hoewel hij niet afkerig stond tegenover de nieuwe keizer Napoleon III, leverde hem dat weinig gunsten op. Vigny bleef een vrij eenzaam man en stelde zich boven dat wat er in de rest van de wereld gebeurde. Mede door Vigny’s terugtrekking uit het alledaagse leven, zijn vaak trotse houding in zijn werk en zijn soms obscure gedichten met filosofische inslag, plakt men op Vigny vaak het etiket van "ivoren-torenmentaliteit".

Bron Wikipedia