Citaten van Euripides

Euripides

Euripides

Grieks tragediedichter

Leefde van: 480 v. Chr. - 406 v. Chr.

Categorie: Dichters (Hedendaags) Land: FlagGriekenland

Citaten 51 t/m 60 van 84.

  • Wat baat een wijsheid, die de wijze zelf niet baat?
    Euripides
    - +
    +1
  • Wat heerlijk is het, wanneer men, gered, aan zijn leed terug denkt.
    Bron: Andromeda 131
    Euripides
    - +
    +1
  • Wat is een oude man anders dan een stem en een schaduw?
    Euripides
    - +
    +1
  • Wie klaagt is niemands vriend.
    Bron: Feniciaenaeche
    Euripides
    - +
    +1
  • Wie niet met genoegen een glas drinkt, is een dwaas.
    Bron: Cyclops 168
    Euripides
    - +
    +1
  • Wie zwijgt, stemt toe.
    Euripides
    - +
    +1
  • Wijn is een gevaarlijke vijand en moeilijk te bestrijden.
    Bron: Cyclops 678
    Euripides
    - +
    +1
  • Zoet is de herinnering aan voorbije spanningen.
    Euripides
    - +
    +1
  • Zwaarder dan de Etna.
    Bron: Hercules Furens 637
    Euripides
    - +
    +1
  • Dat is geen schande, wat noodzakelijk is.
    Euripides
    - +
     0
De beste Euripides citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net. (pagina 6)

Over Euripides

Euripides (ca. 480 v.Chr. – 406 v.Chr.) was een van de drie grote Griekse tragediedichters, naast Sophokles, met wie hij persoonlijk bevriend was, en Aischylos.

Euripides' biografische gegevens zijn omstreden. Zijn levensloop, die ons is overgeleverd, is een combinatie van geruchten en verzinsels, die veelal aan Aristophanes' komedies zijn ontleend. Daarin werd vaak met Euripides de draak gestoken. Men heeft later ook getracht, waarschijnlijk bij gebrek aan gegevens, zijn persoonlijkheid uit zijn werken te destilleren.

Euripides werd op het eiland Salamis geboren, volgens de overlevering op de dag dat daar de beroemde zeeslag werd uitgevochten.
Dankzij de adellijke afkomst van zijn moeder kon Euripides een goede opleiding genieten. In zijn jeugd legde hij zich toe op de gymnastiek en schilderkunst, later werd hij een leerling van Anaxagoras en een toehoorder van Prodikos en Protagoras.

Hij verliet in 406 v.Chr., na de opvoering van zijn Orestes, Athene, en trok naar het hof van Archelaus, de koning van Macedonië. Het blijft onduidelijk waarom hij dat deed: om politieke redenen of teleurstelling omdat zijn werk miskend werd? Feit is dat hij dáár in 406 v.Chr. overleed, volgens biografen in zeer dramatische omstandigheden. Hij zou, verstrooid en in gepeins verzonken, zijn verscheurd door de loslopende waakhonden van de Macedonische koning.

Bron Wikipedia