Citaten van Gotthold Ephraim Lessing

Gotthold Ephraim Lessing

Gotthold Ephraim Lessing

Duits toneelschrijver

Leefde van: 1729 - 1781

Categorie: Schrijvers (Hedendaags) Land: FlagDuitsland

Geboren: 22 januari 1729 Gestorven: 15 februari 1781

Citaten 21 t/m 30 van 78.

  • Als men alleen maar eerlijk is, is men bedroevend weinig.
    Origineel: Oh, man ist auch verzweifelt wenig, wean man weiter nichts ist als ehrlich.
    Bron: Minna von Barnhelm (1767)
    Gotthold Ephraim Lessing
    - +
    +1
  • Beide brengen zichzelf schade toe: die te veel belooft en die te veel verwacht.
    Origineel: Beide schaden sich selbst: der zu viel verspricht, und der zu viel erwartet.
    Bron: Hamburgische Dramaturgie I, Ankündigung
    Gotthold Ephraim Lessing
    - +
    +1
  • De grootste duidelijkheid was voor mij altijd de grootste schoonheid.
    Origineel: Die größte Deutlichkeit war mir immer die größte Schönheit.
    Bron: Das Testament Johannis Ein Gespräch
    Gotthold Ephraim Lessing
    - +
    +1
  • De roeping der tragedie is; onze vatbaarheid voor medelijden vergroten.
    Origineel: Die Bestimmung der Tragödie ist diese: sie soll unsere Fähigkeit, Mitleid zu fühlen, erweitern.
    Bron: Briefe, die neueste Literatur betreffend
    Gotthold Ephraim Lessing
    - +
    +1
  • Een denkend kunstenaar is twee keer zoveel waard.
    Origineel: Der denkende Künstler ist noch eins soviel wert.
    Bron: Emilia Galotti (1772)
    Gotthold Ephraim Lessing
    - +
    +1
  • Het ergste bijgeloof is, zijn eigen bijgeloof voor het beste te houden.
    Origineel: Der Aberglauben schlimmster ist, den seinen für den erträglichere zu halten.
    Bron: Nathan der Weise
    Gotthold Ephraim Lessing
    - +
    +1
  • Niet elke kunstrechter is een genie, doch elk genie is een geboren kunstrechter. Het heeft de proef op alle regelen in zichzelf.
    Origineel: Nicht jeder Kunstrichter ist ein Genie; aber jedes Genie ist ein geborener Kunstrichter. Es hat die Probe aller Regeln in sich.
    Bron: Hamburgische Dramaturgie
    Gotthold Ephraim Lessing
    - +
    +1
  • Of ik morgen nog zal leven, weet ik niet. Maar wel weet ik, dat ik, als ik morgen leef, een glas zal drinken.
    Origineel: Ob ich morgen leben werde, Weiß ich freilich nicht: Aber, wenn ich morgen lebe, Dass ich morgen trinken werde, Weiß ich ganz gewiss.
    Bron: Gedichte Lieder, I, 6, Die Gewissheit
    Gotthold Ephraim Lessing
    - +
    +1
  • Te veel kan men wel drinken; maar nooit drinkt men genoeg.
    Origineel: Zuviel kann man wohl trinken, doch trinkt man nie genug.
    Bron: Gedichte Lieder, Antwort eines trunknen Dichters
    Gotthold Ephraim Lessing
    - +
    +1
  • Uit een goede daad komen vele andere voort, ook al heeft slechts hartstocht haar voortgebracht.
    Origineel: Wie aus einer guten Tat, gebar sie auch schon blosse Leidenschaft, doch so viel andre gute Taten fliessen.
    Bron: Nathan der Weise
    Gotthold Ephraim Lessing
    - +
    +1
De beste Gotthold Ephraim Lessing citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net. (pagina 3)

Over Gotthold Ephraim Lessing

Gotthold Ephraim Lessing (Kamenz, 22 januari 1729 – Brunswijk, 15 februari 1781) was een Duits schrijver en dichter uit de Verlichting. Hij wordt ook wel als de eerste moderne schrijver in de Duitse literatuur beschouwd.
Lessing was de zoon van een protestantse dominee en groeide op in een pastorie. Hij ontving een beurs voor de vorstenschool St. Afra te Meißen, waar hij tussen 1741 en 1746 studeerde. Vanaf 1746 ging hij te Leipzig theologie studeren. Hij maakte er kennis met de theatervereniging Die Neubersche Truppe. Zij voerde in 1748 zijn eerste toneelstuk op, de komedie Der junge Gelehrte, die meteen een succes was. In Wittenberg studeerde hij enige tijd geneeskunde (tot 1752). Zijn interesse ging echter steeds sterker uit naar de literatuur. Hij was vastberaden een onafhankelijk schrijver te worden.

Lessings werk stond in het teken van de godsdiensttolerantie en daarmee ook van het afwijzen van fanatisme en onverdraagzaamheid. Hij werd een vrijdenker en neigde in zijn eigen opvattingen naar het deïsme en de vrijmetselarij.

In de figuur van Nathan de Wijze zou Lessing zijn vriend Moses Mendelssohn, de initiator van de Joodse Verlichting op literaire wijze onsterfelijk maken. Dit stuk, tevens een van Lessings beroemdste, werd echter slechts postuum opgevoerd (in 1783), hoewel de tekst al was gepubliceerd in 1779. Wel schreef hij nog een belangrijke verhandeling over zijn visies, Die Erziehung des Menschengeschlechts.

Toen Lessing stierf, was hij een der groten van de literatuur, ofschoon enigszins verbitterd in zijn strijd tegen fanatisme en persoonlijk vereenzaamd.

Bron Wikipedia