Citaten van Johan Anthierens

Johan Anthierens

Johan Anthierens

Vlaams journalist, satiricus en schrijver

Leefde van: 1937 - 2000

Categorie: Media | Schrijvers (Belgisch) | Schrijvers (Hedendaags) Land: FlagBelgië

Geboren: 22 augustus 1937 Gestorven: 20 maart 2000

Citaten 11 t/m 20 van 44.

  • Het geduld op. Het boek begint.
    Johan Anthierens
    - +
    +20
  • Verdedigers van een volk zijn niet zelden zijn grote kwelgeest.
    Johan Anthierens
    - +
    +13
  • Theologen praten over God weet wat.
    Johan Anthierens
    - +
    +10
  • Jan met de pet volgt zijn leiders klakkeloos.
    Johan Anthierens
    - +
    +9
  • Leg je portemonnee nooit langs een steelpan.
    Johan Anthierens
    - +
    +9
  • Toppunt van eenzaamheid: alleen met je bloedgroep.
    Johan Anthierens
    - +
    +9
  • Het voordeel van de zee is dat je haar kunt horen zonder zo een maffe schelp tegen je oor te moeten houden.
    Johan Anthierens
    - +
    +8
  • Koninklijke copulatie: vorst in vorstin.
    Johan Anthierens
    - +
    +8
  • Weemoed is de aftershave van het verdriet.
    Johan Anthierens
    - +
    +8
  • Kinderen: waar va van vol is, loopt moe van over.
    Johan Anthierens
    - +
    +7
De beste Johan Anthierens citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net. (pagina 2)

Over Johan Anthierens

Johan Anthierens (Machelen, 22 augustus 1937 — Dilbeek, 20 maart 2000) was een Vlaams journalist, columnist, publicist, schrijver en satiricus.

Hij werd berucht in Vlaanderen met zijn scherpe, geëngageerde en controversiële columns en meningen, waarvoor hij evenveel bewondering als kritiek te verwerken kreeg. Hij publiceerde onder meer in Knack en richtte het slechts twee jaar bestaande satirische blad De Zwijger op.

Bij het grote publiek werd hij bekend via zijn televisieoptredens, onder meer in de Wies Andersen Show en Noord-Zuid. Hij werd weleens een enfant terrible genoemd, een term die hem zelf stoorde. Anthierens noemde 'ergernis' zijn 'eerste natuur' en het inspireerde hem tot veel van zijn stukken en meningen.

In een barokke stijl schopte hij genadeloos tegen allerlei heilige huisjes, zoals de monarchie, de Kerk, het establishment en het taboe omtrent het inkomen en de emolumenten van zijn gasten in praatprogramma's. Samen met Louis De Lentdecker en Maurice De Wilde vormde hij de Grote Drie van de Vlaamse kritische journalistiek.

Bron Wikipedia