Citaten van Joost van den Vondel

Joost van den Vondel

Joost van den Vondel

Nederlands dichter

Leefde van: 1587 - 1679

Categorie: Dichters (Nederlands) | Dichters (Hedendaags) Land: FlagNederland

Geboren: 17 november 1587 Gestorven: 5 februari 1679

Citaten 41 t/m 50 van 110.

  • De godsdienst rust en suft, wanneer ze dient tot spel van menselijk vernuft.
    Bron: Salmoneus (1657) 129
    Joost van den Vondel
    - +
    +1
  • De hooge staet en 't ampt zich gaerne vieren laeten.
    Bron: Sofompaneas 150
    Joost van den Vondel
    - +
    +1
  • De onwetende gemeente ontzagh zich nooit haer schult, en misdaet op den hals der heerschappen te laden.
    Bron: Leeuwendalers (1648) 600
    Joost van den Vondel
    - +
    +1
  • Een edelmoedig hart kan zich moeilijk verbergen.
    Bron: Maria Stuart 225
    Joost van den Vondel
    - +
    +1
  • Een eenigh hooft ontrust veel duizent onderdaenen.
    Bron: Noah 345
    Joost van den Vondel
    - +
    +1
  • Een krijgsman wint genoegh, al wint hij niet dan tijd.
    Bron: Gijsbrecht van Aemstel (1637)
    Joost van den Vondel
    - +
    +1
  • Een rijpe krijgskans wint bij uitstel niet dan scha.
    Bron: David in Ballingschap 1453
    Joost van den Vondel
    - +
    +1
  • Geen rijpe raet mistrouwt zijn voorgewoge kracht.
    Bron: Inwijdinge van 't Stadhuis 1288
    Joost van den Vondel
    - +
    +1
  • Het sweerd eens uitgetrocken, keert langsaem in zijn schee'.
    Bron: Palamedes 864
    Joost van den Vondel
    - +
    +1
  • Hij vreest te vroeg, die vreest eer 't onheil is geboren. Man maeck' zichzelven niet ellendigh voor de tijt.
    Joost van den Vondel
    - +
    +1
De beste Joost van den Vondel citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net. (pagina 5)

Over Joost van den Vondel

Joost van den Vondel (Keulen, 17 november 1587 – Amsterdam, 5 februari 1679), bijgenaamd 'de Prins der dichters', was een Nederlandse dichter en toneelschrijver die vele genres beoefende: leer- en lofdichten, lyriek, emblemen en grotere verhalende gedichten. Zelf achtte hij de tragedie het hoogste genre, waarvan hij er drieëndertig vervaardigde. De bekendste is Gijsbrecht van Aemstel (1637). De toneelstukken Lucifer (1654), Adam in ballingschap (1664) en Noah (1667), Vondels laatste tragedie, vormen een trilogie over de zondeval van achtereenvolgens de engelen, de eerste mens en de eerste mensheid. Vondel komt met zeven titels voor in een top 100 van belangrijkste Nederlandse toneelstukken die in 2014 werd samengesteld middels een enquête onder driehonderd regisseurs, acteurs en theaterbezoekers, waaronder tweemaal in de top 10: Met Lucifer (2) en Gijsbrecht van Aemstel (8).

Vondel werd geboren in Keulen, maar woonde al op tienjarige leeftijd in Amsterdam, waar hij ook stierf.

Bron Wikipedia