Citaten van Juvenalis

Juvenalis

Juvenalis

Romeins dichter

Leefde van: Rond 2e eeuw na Chr.

Categorie: Dichters (Hedendaags) Land: FlagRome

Citaten 31 t/m 40 van 51.

  • De verontwaardiging maakt een vers.
    Juvenalis
    - +
    +2
  • De zorg, die een groot vermogen meebrengt, is een ware plaag.
    Juvenalis
    - +
    +2
  • Die rijk willen worden, willen het ook zo snel mogelijk worden.
    Origineel: Dives qui fieri vult et cito vulti fieri
    Juvenalis
    - +
    +2
  • Een voornaam huis is vol aanmatigende dienaren.
    Juvenalis
    - +
    +2
  • Geen uitstel is ooit te lang, indien het 't leven van een mens geldt.
    Juvenalis
    - +
    +2
  • Ook de geringste aanleiding is voldoende om toorn op te wekken.
    Juvenalis
    - +
    +2
  • Waar het talent vandaan gehaald, in staat de stof te beheersen?
    Juvenalis
    - +
    +2
  • Wij zijn allen leerzaam in het navolgen van al wat slecht en schandelijk is.
    Juvenalis
    - +
    +2
  • Zijn leven aan de waarheid wijden.
    Juvenalis
    - +
    +2
  • Arm leven om rijk te sterven, ziedaar de lijfspreuk van de vrek.
    Juvenalis
    - +
    +1
De beste Juvenalis citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net. (pagina 4)

Over Juvenalis

Juvenalis of Decimus Iunius Iuvenalis (Aquinum (Latium), ca. 60 - † ?, tussen 133 en 140) was een groot Romeins dichter, de laatste van de Latijnse satiredichters, die tevens aan de satire haar definitieve vorm heeft gegeven. De bekende uitdrukkingen Brood en spelen en Mens sana in corpore sano komen uit zijn pen.

Van zijn leven is weinig met zekerheid bekend. Blijkbaar leefde hij aanvankelijk arm en hulpbehoevend. Juvenalis begon met een militaire carrière en bracht het tot tribunus militum. Onder keizer Domitianus trad hij op als declamator te Rome. Hij werd gestraft met verbanning (naar Egypte?), omdat hij de draak had durven steken met een vermaarde toneelacteur, de favoriet van de keizer.
Op middelbare leeftijd is hij begonnen met het schrijven van satiren, die een sterk retorische inslag hebben. Tussen 98 en 128 dichtte hij zestien satiren, verdeeld over vijf boeken. Juvenalis wordt herhaaldelijk genoemd in het werk van zijn vriend en geestesgenoot Martialis.

Evenals zijn tijdgenoot Tacitus heeft hij een duidelijk pessimistische kijk op het Rome van de 1e eeuw. Zijn satiren schilderen op brutale, realistische wijze de zedelijke toestanden in de hoofdstad onder de keizers Nero en Domitianus.
Zij hekelen het wangedrag, de ondeugden, de misbruiken en buitensporigheden van een desintegrerende Romeinse maatschappij. De felheid van zijn pen is daarbij in de Latijnse literatuur niet geëvenaard.

Bron Wikipedia