Citaten 1 t/m 8 van 8.
-
Wij maken grote reizen om dingen te zien, waarop wij in onze eigen omgeving geen acht slaan.
Bron: Epistulae 8, 20― Plinius de Jongere -
Geen boek is zo slecht of men kan er wat uit leren.
Bron: Epistulae 109― Plinius de Jongere -
In ons verdriet zoeken we troost bij de borstbeelden van onze doden die we in onze huizen opstellen. De standbeelden die op openbare plaatsen staan zouden ons nog veel meer troost moeten geven omdat deze behalve de vouw en het gelaat van de mensen ook hun roem en aanzien kunnen oproepen.
― Plinius de Jongere -
Voorspoed bewijst geluk, tegenspoed grootheid.
Bron: Panegyricus 31― Plinius de Jongere -
Zijn enige fout is, dat hij er geen heeft.
Bron: Epistulae 9, 26― Plinius de Jongere -
Brieven schrijft hij als hadden hem de muzen ze zelf gedicteerd.
Bron: Epistulae― Plinius de Jongere -
De stemmen worden geteld, niet gewogen. In het staatsbestuur kan het nu eenmaal niet anders. Hier is niets zo ongelijk als juist die zogenaamde gelijkheid.
Bron: Epistulae 1, 12― Plinius de Jongere -
Bij het doen van zaken is niets zo aangenaam als kortheid.
Bron: Epistulae 1, 20― Plinius de Jongere