Citaten van Remco Campert

Remco Campert

Remco Campert

Nederlands letterkundige

Leefde van: 1929 - 2022

Geboren: 28 juli 1929 Gestorven: 4 juli 2022

Citaten 41 t/m 49 van 49.

 Vorige 1 2 3 4 5
  • Ik hoef mijn dood niet voor te zijn.
    Remco Campert
    - +
    +3
  • Oost west, verliefd best.
    Remco Campert
    - +
    +3
  • Zoals de ouderen zwetsen, stotteren de jongen.
    Remco Campert
    - +
    +3
  • Het leven is te kort om er krom doorheen te gaan.
    Bron: Een ellendige nietsnut (1960)
    Remco Campert
    - +
    +2
  • Armoede is natuurlijk geen schande, maar is vaak wel vermoeiend om aan te zien.
    Remco Campert
    - +
    +1
  • Grote minnaars schieten nooit in de lach, dat is hun grootheid.
    Bron: Het leven is verrukkulluk
    Remco Campert
    - +
    +1
  • Het leven is een val met veel kwade kansen.
    Bron: Mijn leven's liederen
    Remco Campert
    - +
    +1
  • Het leven is een elastiekje. Je rekt het uit tot het knapt. Waar je mee begint, daar eindig je mee.
    Bron: De jongen met het mes (1959)
    Remco Campert
    - +
     0
  • Poëzie is een daad van bevestiging. Ik bevestig dat ik leef, dat ik niet alleen leef.
    Bron: Poëzie is een daad
    Remco Campert
    - +
     0
 Vorige 1 2 3 4 5
De beste Remco Campert citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net. (pagina 5)

Over Remco Campert

Zijn vader was de dichter Jan Campert, auteur van het beroemde gedicht De achttien dooden. Zijn moeder was actrice Joekie Broedelet, onder andere bekend van de gastrollen die ze op latere leeftijd speelde bij Van Kooten en De Bie. Zij gingen uit elkaar toen Campert 3 jaar was, waarna hij afwisselend bij een van hen en bij zijn grootouders woonde tot hij in 1942 werd ondergebracht bij een pleeggezin. Toen de wijk waarin ze woonden door de Duitsers werd afgebroken, vertrok het gezin naar Epe, waar Campert de Mulo bezocht. Het was ook in Epe waar hij in 1943 hoorde dat zijn vader op 40-jarige leeftijd in het concentratiekamp Neuengamme was overleden. Na de oorlog ging hij met zijn moeder in Amsterdam wonen en volgde daar het gymnasium aan het Amsterdams Lyceum. Hij verliet de school voortijdig, nadat hij het besluit had genomen schrijver te worden.
In 1949 trouwde hij met Freddy Rutgers. Ze woonden enige tijd in Parijs. Terug in Nederland ging Freddy Rutgers in 1954 samenwonen met Gerrit Kouwenaar. Campert trouwde op 20 december 1957 te Blaricum met Fritzi Harmsen van Beek. Hun woning in Blaricum werd een ontmoetingsplek voor schrijvers en dichters.

Bron Wikipedia