Citaten van Seneca

Seneca

Seneca

Romeins filosoof, staatsman en toneelschrijver

Leefde van: 5 v. Chr. - 65

Categorie: Politiek | Filosofen | Schrijvers (Hedendaags) Land: FlagRome

Citaten 51 t/m 60 van 246.

  • Liefde is onverenigbaar met vrees.
    Seneca
    - +
    +20
  • Een weg wordt lang door voorschriften, kort en efficiënt is hij door voorbeelden.
    Origineel: Longum iter est per praecepta, breve et efficax per exempla.
    Seneca
    - +
    +19
  • Het is van groot belang, te weten wanneer men moet spreken, wanneer zwijgen.
    Bron: De moribus 74
    Seneca
    - +
    +19
  • Hoop niet zonder wanhoop, en wanhoop niet zonder hoop.
    Seneca
    - +
    +19
  • Willen is kunnen, niet willen is moeten.
    Seneca
    - +
    +19
  • De kunst is lang, het leven kort.
    Seneca
    - +
    +17
  • De natuur wordt gemakkelijker begrepen dan verklaard.
    Seneca
    - +
    +17
  • Door vele verdrietelijkheden leert men zwijgen.
    Bron: Thyestes 319
    Seneca
    - +
    +17
  • Geen groot genie zonder een scheut waanzin.
    Origineel: Nullum magnum ingenium sine mixtura dementiae fuit.
    Seneca
    - +
    +17
  • Ik ben een uniek wezen, en alleen wanneer ik mijn uniek-zijn leef, slaagt mijn uniek geluk.
    Seneca
    - +
    +17
De beste Seneca citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net. (pagina 6)

Over Seneca

Lucius Annaeus Seneca (circa 5 v.C. - 65 n.C. was een Romeinse filosoof van het stoïcisme, staatsman en toneelschrijver. Vaak wordt hij kortweg Seneca genoemd, soms Seneca de Jongere. Over het exacte geboortejaar van Seneca bestaat onduidelijkheid. De meeste bronnen geven waarden die variëren tussen 5 v. Chr en 1 v. Chr.

Seneca werd in Cordoba, Spanje geboren als de tweede zoon van Helvia en Marcus (Lucius) Annaeus Seneca, een rijke rhetor die ook wel Seneca de Oudere genoemd wordt. Seneca's oudere broer, Gallio, was proconsul in Achaia (waar hij de apostel Paulus ontmoette rond 52). Seneca was de oom van de dichter Lucanus, dankzij zijn jongere broer, Annaeus Mela. Op ongeveer 30-jarige leeftijd vestigde Seneca zich als advocaat en verwierf zich zo een aanzienlijk vermogen. Daarnaast wijdde hij zich aan de letterkunde, en de studie van de filosofie en de natuurwetenschappen [toen nog geen duidelijk gescheiden onderzoeksgebieden].

Na een periode als advocaat deed de politiek zijn intrede, hij werd quaestor en verwierf een zetel in de senaat.

In het jaar 65 werd Seneca beschuldigd van betrokkenheid bij een plot dat tot een moord op Nero moest leiden. Nero gebood hem zichzelf te doden, zonder een vorm van proces. Tacitus heeft beschreven hoe Seneca, in aanwezigheid van vrienden en zijn vrouw Pompeia Paulina, geheel stoïcijns een einde aan zijn leven maakte.