Citaten uit Analecta van Confucius

  • Een mens heeft twee oren en één mond om twee keer zoveel te luisteren dan te praten.
  • Geef me werk wat bij me past en ik hoef nooit meer te werken.
  • Onze grootste overwinning is niet dat we nooit falen, maar dat we telkens als we struikelen weer opstaan.
  • De hele kunst van het spreken is: begrepen te worden.
  • Een wijs man zoekt het in zichzelf, de dwaas zoekt het in anderen.
  • Alles heeft z'n schoonheid alleen ziet niet iedereen dat altijd.
  • Het is beter een mijl te reizen dan om duizend boeken te lezen.
  • Fouten hebben, en die niet verbeteren, dat is pas fouten hebben.
  • Twijfel is de waakhond van het inzicht.
  • Eén moment van vreugde verdrijft honderd zorgen.
+7

Citaten 1 t/m 5 van 5.

  • Onze grootste overwinning is niet dat we nooit falen, maar dat we telkens als we struikelen weer opstaan.
    Bron: Analecta boek II, XXIV
    Confucius
    - +
    +428
  • Als men ziet wat juist is, en het nalaat, is dat een gebrek aan moed.
    Bron: Analecta II, XXIV
    Confucius
    - +
    +105
  • Ik moet werkelijk de man nog ontmoeten die meer ziet in deugdzaamheid dan in een mooie vrouw.
    Bron: Analecta XV, 13
    Confucius
    - +
    +66
  • De gedachten van de superieure mens is vertrouwd met rechtvaardigheid; de gedachten van de middelmatige mens is vertrouwd met opbrengst.
    Bron: Analecta IV, XVI
    Confucius
    - +
    +59
  • Superieure mensen zijn zich bewust van rechtvaardigheid, inferieure mensen zijn zich bewust van winst.
    Bron: Analecta IV, XVI
    Confucius
    - +
    +18
De beste Analecta van Confucius citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net.

Over Confucius

Confucius is de gelatiniseerde versie van K'oeng Foe-tse (Meester K'oeng). Eén van China's oudste en meest vereerde filosoof. Confucius stamde uit een verarmde adellijke familie in de staat Loe, het tegenwoordige Sjan-toeng. Zijn vader stierf toen Confucius nog maar twee jaar oud was. Onder bescherming van een invloedrijke patroon kon hij zich bekwamen in boogschieten, wagenmennen, muziek, schrijven, 'ceremoniën' en 'geschiedenis' - de 'zes kunsten' die hij zelf later voor de opvoeding van zijn leerlingen onmisbaar achtte. Confucius maakte zich later verdienstelijk aan het hof van Loe in verschillende ambten: onder andere als administrateur, belastinginner, 'ceremoniemeester', magistraat en minister. De dood van zijn patroon maakte een eind aan deze carrière. Van 492-483 v.C. zwierf hij, vergezeld van een schare aanhangers, van staat tot staat zonder succes zijn diensten aanbiedend en proberend gehoor te vinden voor zijn hervormingsideeën. Teleurgesteld keerde hij in Loe terug. Hij stichtte daar een school van waaruit hij zijn gedachtes en ervaringen overdroeg aan een kring van toegewijde volgelingen. Dit leidde later tot de Confuciaanse school, die een zeer grote rol zou spelen bij het proberen om China's politiek-sociale problemen op te lossen