Citaten uit Bint van Ferdinand Bordewijk

Citaten 1 t/m 6 van 6.

  • Ik ben hoogst modern. De tijd is voorbij van gemoedelijkheid, van verbroedering. Dit geslacht is té bandeloos.
    Bron: Bint
    Ferdinand Bordewijk
    - +
    +4
  • Jullie wilt oorlog. Het zal oorlog tussen ons zijn, zonder ophouden, het hele schooljaar door.
    Bron: Bint
    Ferdinand Bordewijk
    - +
    +4
  • Wij misbruiken onze taal steeds roekelozer. Wij prostitueren haar. Prostitutie is zedenbederf. Aan zedenbederf gaat een volk onder. Wij zijn op de helling. Als wij ons niet weten af te werken van de helling gaan wij onder aan onze taal, met onze taal.
    Bron: Bint (1949) p.99
    Ferdinand Bordewijk
    - +
    +3
  • Ik eis van de leraar dat hij zich niet inleeft in het kind, dat hij niet daalt. Ik eis van het kind dat het zich inleeft in de leraar, dat het klimt. Ik eis dat het zich inleeft in tien leraren. Ik eis dat het tienmaal gehoorzaamheid zal kennen, tienmaal tucht, dat het door tien volwassenen zal worden getuchtigd.
    Bron: Bint (1949)
    Ferdinand Bordewijk
    - +
    +2
  • Mijn buurman heeft een grammofoon met jazzplaten, negerjazz. Ik luister altijd. Het is niet mooi, het is meer. Het is hortend, verscheurd, oer. Zo moet onze taal wezen. De welsprekendheid van de dood.
    Bron: Bint (1949) p.100
    Ferdinand Bordewijk
    - +
    +2
  • Jullie bent te groot voor iets kinderachtigs. Daarom, ik beschouw dit als vijandschap, twee stellige blijken van vijandschap. Jullie wilt oorlog. Het zal oorlog tussen ons zijn, zonder ophouden, het hele schooljaar door...
    Bron: Bint (1949)
    Ferdinand Bordewijk
    - +
    -3
De beste Bint van Ferdinand Bordewijk citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net.

Over Ferdinand Bordewijk

Ferdinand Bordewijk (Amsterdam, 10 oktober 1884 – Den Haag, 28 april 1965), auteursnaam F. Bordewijk, was een Nederlands schrijver van romans, novellen, toneel, prozagedichten, parodieën, grafredes en kritieken. Zijn beroep was advocaat.
Hij is vooral bekend van het trio korte werken Blokken (1931), Knorrende beesten (1933) en Bint (1934), en van de roman Karakter (1938), welke laatste in 1997 door Mike van Diem verfilmd werd. Zelf vond Bordewijk de roman Noorderlicht (1948) zijn beste boek.

Hij ontving in 1953 de P.C. Hooft-prijs voor twee werken: de novellenbundel Studiën in volksstructuur (1951) en de roman De doopvont (1952).
De Vijverbergprijs van de Jan Campertstichting werd in 1979 omgedoopt tot Bordewijkprijs. F. Bordewijk geldt met Simon Vestdijk als de belangrijkste Nederlandse prozaïst van zijn generatie.

Bron Wikipedia