Citaten uit Voorbij goed en kwaad van Friedrich Nietzsche

Citaten 11 t/m 20 van 33.

  • Het is een meesterstuk van Engels instinct geweest hun zondag dermate heilig en vervelend te maken, dat zij ongemerkt weer naar hun week- en werkdagen verlangen.
    Origineel: Es war ein Meisterstueck des englischen Instinktes, den Sonntag in dem Maasse zu heiligen und zu langweiligen, dass der Englaender dabei wieder unvermerkt nach seinem Wochen und Werktage luestern wird.
    Bron: Voorbij goed en kwaad (1886)
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +44
  • Er bestaat een moraal van heersers en een moraal van slaven.
    Origineel: Es gibt Herrenmoral und Sklavenmoral.
    Bron: Voorbij goed en kwaad (1886)
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +43
  • Je haat niemand zolang je hem nog geringschat, maar pas als je hem gelijk of hoger schat.
    Origineel: Man hasst nicht, so lange man noch gering schätzt, sondern erst, wenn man gleich oder höher schätzt.
    Bron: Voorbij goed en kwaad (1886)
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +36
  • Rijpheid van de man: dat is, de ernst te hebben teruggevonden die je als kind bij het spelen had.
    Origineel: Reife des Mannes: Das heißt, den Ernst wiedergefunden zu haben, den man als Kind hatte, beim Spiel.
    Bron: Voorbij goed en kwaad (1886)
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +32
  • Hoe? Een groot man? Ik zie alleen maar een acteur van zijn eigen ideaal.
    Origineel: Wie? Ein großer Mann? Ich sehe immer nur den Schauspieler seines eignen Ideals.
    Bron: Voorbij goed en kwaad (1886)
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +27
  • Krankzinnigheid in individuen is iets uitzonderlijks - maar in groepen, partijen, volkeren en tijdperken is het de regel.
    Origineel: Der Irrsinn ist bei Einzelnen etwas Seltenes, aber bei Gruppen, Parteien, Völkern, Zeiten die Regel.
    Bron: Voorbij goed en kwaad (1886) 4
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +25
  • Wie van ons zou er nog vrijdenker zijn als er geen kerk was?
    Origineel: Wer von uns würde wohl Freigeist sein, wenn es nicht die Kirche gäbe?
    Bron: Voorbij goed en kwaad (1886)
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +24
  • Er bestaat een onschuldige bewondering, maar deze komt slechts voor bij diegene in wie het nog niet opgekomen is ook zelf eenmaal bewonderd te kunnen worden.
    Origineel: Es gibt eine Unschuld der Bewunderung: Der hat sie, dem es noch nicht in den Sinn gekommen ist, auch er könne einmal bewundert werden.
    Bron: Voorbij goed en kwaad (1886)
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +21
  • Niet dat je tegen mij loog, maar dat ik je niet meer geloof heeft mij geschokt.
    Origineel: Nicht daß du mich belogst, sondern daß ich dir nicht mehr glaube, hat mich erschüttert.
    Bron: Voorbij goed en kwaad (1886) Sprüche und Zwischenspiele
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +14
  • Het verlangen naar vrijheid, het instinct voor het verfijnde geluk van het vrijheidsgevoel, behoort noodzakelijk tot de slavenmoraal en het zedelijk gedrag der slaven, terwijl een kunstzinnige, geestdriftige eerbied en toewijding de noodzakelijke, vaste symptomen zijn van een aristocratische manier van denken en waarderen.
    Origineel: Das Verlangen nach Freiheit, der Instinkt für das Glück und die Feinheiten des Freiheits-Gefühls gehört ebenso notwendig zur Sklaven-Moral und -Moralität, als die Kunst und Schwärmerei in der Ehrfurcht, in der Hingebung das regelmäßige Symptom einer aristokratischen Denk- und Wertungsweise ist.
    Bron: Voorbij goed en kwaad (1886) #260
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +13
De beste Voorbij goed en kwaad van Friedrich Nietzsche citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net. (pagina 2)

Over Friedrich Nietzsche

Nietzsche werd in 1844 geboren in een dorpje nabij Leipzig. Hij groeide op in een zeer vroom gezin: zijn vader was dominee en zijn moeder kwam uit een domineesfamilie. Na de dood van zijn vader in 1849 verhuisde Nietzsche met zijn moeder en zusje naar Naumburg, alwaar hij in 1854 naar het gymnasium ging. In 1864 begon hij met studeren aan de universiteit van Bonn. Al tijdens zijn schooltijd had Nietzsche een grote belangstelling voor de klassieke oudheid. Aan de universiteit van Leipzig leerde hij het werk van Schopenhauer kennen, die een grote invloed op Nietzsche heeft gehad. Nietzsche werd in 1870 gevraagd hooglereaar in de klassieke filologie te worden aan de universtiteit van Basel. Door een verslechterende gezondheid was hij in 1877 genoodzaakt te stoppen met werken. De toelage die hij ontving van de universiteit stelde hem desondanks in staat om aan zijn boeken te werken. Op 45 jarige leeftijd, stortte hij, tijdens een verblijf in een pension in Turijn, geestelijk in. Hij leek ieder besef van realiteit verloren te hebben. Tot zijn dood in 1900 bleef hij in deze toestand: hij zou niet meer genezen. Dat zijn zuster Elizabeth, een fervent nationaal-socialist, hierdoor verantwoordelijk werd voor zijn nalatenschap heeft zijn imago geen goed gedaan.