Citaten uit Voorbij goed en kwaad van Friedrich Nietzsche

Citaten 31 t/m 33 van 33.

  • Niet de kracht, doch de duur van het diepe gevoel maakt de diepe mens.
    Origineel: Nicht die Stärke, sondern die Dauer der hohen Empfindung macht den hohen Menschen.
    Bron: Voorbij goed en kwaad (1886)
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +2
  • Wat is waarheid? Een beweeglijk leger van metaforen.
    Origineel: Was ist Wahrheit? Eine mobile Armee der Metaphern...
    Bron: Voorbij goed en kwaad (1886)
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +2
  • Aan onze sterkste drift, die de dwingeland in ons speelt, onderwerpt zich niet alleen onze rede, maar ook ons geweten.
    Origineel: Unserm stärksten Triebe, dem Tyrannen in uns, unterwirft sich nicht nur unsre Vernunft, sondern auch unser Gewissen.
    Bron: Voorbij goed en kwaad (1886) #158
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +1
De beste Voorbij goed en kwaad van Friedrich Nietzsche citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net. (pagina 4)

Over Friedrich Nietzsche

Nietzsche werd in 1844 geboren in een dorpje nabij Leipzig. Hij groeide op in een zeer vroom gezin: zijn vader was dominee en zijn moeder kwam uit een domineesfamilie. Na de dood van zijn vader in 1849 verhuisde Nietzsche met zijn moeder en zusje naar Naumburg, alwaar hij in 1854 naar het gymnasium ging. In 1864 begon hij met studeren aan de universiteit van Bonn. Al tijdens zijn schooltijd had Nietzsche een grote belangstelling voor de klassieke oudheid. Aan de universiteit van Leipzig leerde hij het werk van Schopenhauer kennen, die een grote invloed op Nietzsche heeft gehad. Nietzsche werd in 1870 gevraagd hooglereaar in de klassieke filologie te worden aan de universtiteit van Basel. Door een verslechterende gezondheid was hij in 1877 genoodzaakt te stoppen met werken. De toelage die hij ontving van de universiteit stelde hem desondanks in staat om aan zijn boeken te werken. Op 45 jarige leeftijd, stortte hij, tijdens een verblijf in een pension in Turijn, geestelijk in. Hij leek ieder besef van realiteit verloren te hebben. Tot zijn dood in 1900 bleef hij in deze toestand: hij zou niet meer genezen. Dat zijn zuster Elizabeth, een fervent nationaal-socialist, hierdoor verantwoordelijk werd voor zijn nalatenschap heeft zijn imago geen goed gedaan.