Citaten uit Morgenröthe van Friedrich Nietzsche

Citaten 1 t/m 10 van 12.

  • Hoe hoger je vliegt, hoe kleiner je lijkt voor de mensen die niet kunnen vliegen.
    Origineel: Je höher wir uns erheben, um so kleiner erscheinen wir denen, welche nicht fliegen können.
    Bron: Morgenröthe (1887)
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +318
  • Geschiedenis gaat bijna altijd over slechte mensen waarover men later niets dan goed zegt.
    Origineel: Geschichte handelt fast nur von schlechten Menschen, die später gutgesprochen worden sind.
    Bron: Morgenröthe (1887)
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +114
  • Slangen die niet van huid kunnen verwisselen, gaan te gronde. Evenzo de geesten die men verhindert van mening te veranderen: zij houden op geest te zijn.
    Origineel: Die Schlange, welche sich nicht häuten kann, geht zugrunde. Ebenso die Geister, welche man verhindert, ihre Meinungen zu wechseln; sie hören auf, Geist zu sein.
    Bron: Morgenröthe (1887)
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +71
  • De zekerste manier om een jongeling te bederven, is hem er toe brengen, gelijkgezinden hoger te achten dan andersdenkenden.
    Origineel: Man verdirbt einen Jüngling am sichersten, wenn man ihn anleitet, den Gleichdenkenden höher zu achten, als den Andersdenkenden.
    Bron: Morgenröthe (1887)
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +25
  • Hoe goed klinken slechte muziek en slechte redenen, wanneer men op een vijand afmarcheert!
    Origineel: Wie gut klingen schlechte Musik und schlechte Gründe, wenn man auf einen Feind los marschirt!
    Bron: Morgenröthe (1887) #557
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +10
  • Tegen de liefde helpt in de meeste gevallen nog altijd dat oude paardenmiddel: de wederliefde.
    Origineel: Immer noch hilft gegen die Liebe in den meisten Fällen jenes alte Radikalmittel: die Gegenliebe.
    Bron: Morgenröthe IV,415
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +8
  • Wat zijn nu onze belevenissen? Veel meer wat wij er in leggen dan wat er in gelegen is!
    Origineel: Was sind denn unsere Erlebnisse? Viel mehr das, was wir hineinlegen, als das, was darin liegt!
    Bron: Morgenröthe II, #119
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +8
  • Predik het geloof totdat je het hebt en dan zal je het prediken omdat je het hebt.
    Origineel: Predige den Glauben, bis du ihn hast, und dann wirst du ihn predigen, weil du ihn hast.
    Bron: Morgenröthe #325
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +7
  • De vreesachtige weet niet wat alleen zijn is: achter zijn stoel staat altijd een vijand. - O, als toch eens iemand ons de geschiedenis kon verhalen van dat verfijnde gevoel, dat eenzaamheid heet!
    Origineel: Der Furchtsame weiss nicht, was Alleinsein ist: hinter seinem Stuhle steht immer ein Feind. – Oh, wer die Geschichte jenes feinen Gefühls, welches Einsamkeit heisst, uns erzählen könnte!
    Bron: Morgenröthe (1887) #249
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +6
  • Loopt een oorlog ongelukkig af, dan vraagt men naar degene die 'schuldig' is aan de oorlog; loopt hij zegevierend ten einde, dan prijst men zijn aanstichter.
    Origineel: Läuft ein Krieg unglücklich aus, so frägt man nach Dem, der „Schuld“ am Kriege sei; geht er siegreich zu Ende, so preist man seinen Urheber.
    Bron: Morgenröthe (1887). Voor de volledige tekst zie www.nietzschesource.org
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +2
De beste Morgenröthe van Friedrich Nietzsche citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net.

Over Friedrich Nietzsche

Nietzsche werd in 1844 geboren in een dorpje nabij Leipzig. Hij groeide op in een zeer vroom gezin: zijn vader was dominee en zijn moeder kwam uit een domineesfamilie. Na de dood van zijn vader in 1849 verhuisde Nietzsche met zijn moeder en zusje naar Naumburg, alwaar hij in 1854 naar het gymnasium ging. In 1864 begon hij met studeren aan de universiteit van Bonn. Al tijdens zijn schooltijd had Nietzsche een grote belangstelling voor de klassieke oudheid. Aan de universiteit van Leipzig leerde hij het werk van Schopenhauer kennen, die een grote invloed op Nietzsche heeft gehad. Nietzsche werd in 1870 gevraagd hooglereaar in de klassieke filologie te worden aan de universtiteit van Basel. Door een verslechterende gezondheid was hij in 1877 genoodzaakt te stoppen met werken. De toelage die hij ontving van de universiteit stelde hem desondanks in staat om aan zijn boeken te werken. Op 45 jarige leeftijd, stortte hij, tijdens een verblijf in een pension in Turijn, geestelijk in. Hij leek ieder besef van realiteit verloren te hebben. Tot zijn dood in 1900 bleef hij in deze toestand: hij zou niet meer genezen. Dat zijn zuster Elizabeth, een fervent nationaal-socialist, hierdoor verantwoordelijk werd voor zijn nalatenschap heeft zijn imago geen goed gedaan.