Citaten uit Grundlinien der Philosophie des Rechts van G.W.F. Hegel

Citaten 1 t/m 4 van 4.

  • Hartstochtelijke liefde en het huwelijk zijn twee verschillende dingen.
    Origineel: Leidenschaftliche Liebe und Ehe ist zweierlei.
    Bron: Grundlinien der Philosophie des Rechts §162
    G.W.F. Hegel
    - +
    +3
  • Het volk is dat deel van de natie, dat niet weet wat het wil.
    Origineel: Das Volk, insosern mit diesem Worte ein besonderer Theil der Mitglieder eines Staats bezeichnet ist, den Theil ausdrückt, der nicht weiß was er will.
    Bron: Grundlinien der Philosophie des Rechts Sect. 301
    G.W.F. Hegel
    - +
    +2
  • Wanneer vrouwen aan het hoofd van de regering staan, dan is de staat in gevaar, want zij handelen niet volgens de eisen van het algemeen belang, maar volgens toevallige neigingen en meningen.
    Origineel: Stehen Frauen an der Spitze der Regierung, so ist der Staat in Gefahr, denn sie handeln nicht nach den Anforderungen der Allgemeinheit, sondern nach zufälliger Neigung und Meinung.
    Bron: Grundlinien der Philosophie des Rechts (1833) §166
    G.W.F. Hegel
    - +
    +1
  • De staat is de werkelijkheid van het morele idee.
    Origineel: Der Staat ist die Wirklichkeit der sittlichen Idee.
    Bron: Grundlinien der Philosophie des Rechts Der Staat
    G.W.F. Hegel
    - +
    -2
De beste Grundlinien der Philosophie des Rechts van G.W.F. Hegel citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net.

Over G.W.F. Hegel

Georg Wilhelm Friedrich Hegel (Stuttgart, 27 augustus 1770 – Berlijn, 14 november 1831) was een Duits filosoof en een van de centrale representanten van het Duits idealisme.

Zijn schoolloopbaan begon toen hij 3 jaar was. Na de Duitse school ging hij toen hij 5 jaar was naar de Latijnse school, maar hij had al eerder Latijn geleerd van zijn moeder, die op zijn 13e stierf.
Hij hield van schaken en kaarten, en was een ernstige, nieuwsgierige en succesvolle leerling. Op 18-jarige leeftijd ging hij aan het Tübinger Stift studeren, maar de daar heersende discipline vond hij ouderwets. Wellicht dat dit bijgedragen heeft aan zijn enthousiasme voor de Franse Revolutie, die een jaar later uitbrak.
Hegel vertrok in 1800 naar Jena Door een aanbeveling van Goethe, met wie hij een vriendschappelijke en intellectuele correspondentie onderhield, werd Hegel in 1805 tot professor benoemd. Vanwege de slag om Jena, en omdat hij in Bamberg als redacteur van de plaatselijke krant kon gaan werken, verliet hij in 1807 de stad, met in zijn bagage het manuscript van wat later bekend zou worden als de Phänomenologie des Geistes.

Eind 1822 ondernam Hegel een reis naar Nederland. In 1823 gaf hij opnieuw colleges over esthetica. Tegen het eind van zijn leven gaf hij college over natuurfilosofie, godsdienstfilosofie en logica. In 1831 begon hij aan een herziening van de Phänomenologie, maar kort daarop overleed hij aan cholera.

Bron Wikipedia