Citaten uit Epoden van Horatius

  • Tegenspoed legt het karakter bloot, voorspoed bedekt het.
  • Doe je uiterste best in moeilijke tijden je rust te bewaren.
  • Terwijl we praten, glijdt de tijd ons tussen de vingers uit: pluk de dag.
  • Pluk de dag.
  • De berusting verlicht alle kwalen, die het ons niet gegeven is te genezen.
  • De deugd komt na het geld.
  • Voor hen die willen is niets te moeilijk.
  • Waarom je onbeduidende geest belasten met plannen voor de eeuwigheid?
  • Door de schijn van het goed worden wij bedrogen.
  • Een gedenkteken, duurzamer dan brons, heb ik voor mij opgericht.
+7

Citaten 1 t/m 3 van 3.

  • Gelukkig hij, die vrij van beslommeringen, evenals het oude voorgeslacht, zijn vaderlijk goed met zijn runderen bewerkt.
    Origineel: Beatus ille, qui procul negotiis,1 ut prisca gens mortalium, 1 paterna rura bobus exercet suis.
    Bron: Epoden 2, 1
    Horatius
    - +
    +4
  • Als de Grieken het nieuwe evenzeer gehaat hadden als wij, wat zou er dan oud zijn?
    Bron: Epoden 2, 1, 90
    Horatius
    - +
    +2
  • Elk leed moet verlicht worden door wijn en gezang.
    Origineel: Omne malum vino cantuque levato.
    Bron: Epoden 13, 17
    Horatius
    - +
    +1
De beste Epoden van Horatius citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net.

Over Horatius

Horatius werd geboren op 8 december 65 v.Chr. Zijn vader, Flaccus, was een vrijgelaten gemeenteslaaf in de Romeinse kolonie Venusia, zijn moeder is niet bekend, waarschijnlijk stierf ze bij of kort na zijn geboorte. Op zijn tiende ging hij met zijn vader naar Rome. Daar kreeg hij een uitstekende opvoeding.In 45 v.Chr. ging hij naar Athene, om zich er te verdiepen in de Griekse cultuur en de wijsbegeerte. Daar ontmoette hij Marcus Brutus, die pas Caesar had vermoord en daar jonge Romeinse soldaten aan het ronselen was voor de strijd tegen Octavianus en Antonius. Hij sloot zich bij hem aan en nam deel aan de veldslag bij Philippi in 42 v.Chr., die werd verloren. Dankzij amnestie kon hij naar Rome terugkeren, waar intussen zijn vader overleden was en zijn erf verbeurd verklaard was. Zijn literair talent werd snel opgemerkt, en rond 38 v.Chr. werd hij opgenomen in de literaire kring rond Maecenas. Deze schonk hem in 33 v.Chr. een landgoed in de Sabijnse bergen. Daar zou hij zich bijna voor de rest van zijn leven bezighouden met zijn poëzie. In 8 v.Chr. stierf Maecenas, en enkele maanden later, op 27 november 8 v.Chr. overleed Horatius ook. Hij werd begraven naast Maecenas en liet zijn bezittingen aan de keizer na.