Citaten uit Aforismen van J.C. Bloem

Citaten 1 t/m 6 van 6.

  • Het bestaan van de dood is in elk geval een feit, dat van de vrije wil op zijn best een overtuiging. Maar men handelt altijd alsof de dood niet bestaat, de vrije wil wel.
    Bron: Aforismen
    J.C. Bloem
    - +
    +15
  • In het verleden, in de toekomst leven is verkeerd. Goed, maar wat, als het heden altijd onbewoonbaar is gebleken?
    Bron: Aforismen
    J.C. Bloem
    - +
    +2
  • Een slechte dictator kan vervangen worden door een goede, een slechte aristocratie door een goede, maar de democratie is onverbeterlijk. Wat zij is, goed of slecht, dat moet zij blijven. Want als alle mensen regeren, kunnen er niet meer, minder of anderen aan het bewind komen.
    Bron: Aforismen
    J.C. Bloem
    - +
    +1
  • Iedere revolutie zou te onderdrukken zijn geweest, als men bijtijds tien raddraaiers tegen de muur had gezet. Maar men zoekt altijd de weg van de minste weerstand, die in de praktijk die van de meeste blijkt te zijn.
    Bron: Aforismen
    J.C. Bloem
    - +
    +1
  • Een van de vele tekenen van de menselijke domheid is de bewondering voor energie. Op zich zelf is energie een volkomen neutrale eigenschap, die pas bewonderenswaardig wordt als het doel, waarop zij zich richt, dat is.
    Bron: Aforismen
    J.C. Bloem
    - +
     0
  • Een volk en een tijd zonder 'schuine' literatuur krijgt alleen vuile. Het bloed kruipt nu eenmaal waar het niet gaan kan.
    Bron: Aforismen
    J.C. Bloem
    - +
     0
De beste Aforismen van J.C. Bloem citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net.

Over J.C. Bloem

Jakobus Cornelis (Jacques) Bloem (Oudshoorn, 10 mei 1887 – Kalenberg, 10 augustus 1966) was een Nederlands dichter en essayist over poëzie.

Sinds ongeveer 1903 ontwikkelde Jacques Bloem, vermoedelijk geïnspireerd door werk van Jacques Perk, zich tot dichter.
In 1908 ontmoette hij Jan Greshoff en even later ook P.N. van Eyck, die een belangrijke stimulerende rol in zijn ontwikkeling als dichter hebben vervuld.

Na enkele vergeefse pogingen werden enkele gedichten in 1910 toch geplaatst in het tijdschrift De Beweging van Albert Verwey.
De vroege poëzie toont invloeden van P.C. Boutens. In later werk is vooral de invloed van Karel van de Woestijne merkbaar.

In 1947 werden zijn Verzamelde gedichten uitgegeven, en ook ontving hij belangrijke literaire prijzen, zoals in 1949. In 1952 werd hij benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.

Bron Wikipedia