Citaten uit Les Caractères van Jean de la Bruyère

Citaten 1 t/m 10 van 116.

  • Begin en eind van een liefde worden voelbaar door de onthutsende ervaring alleen te zijn.
    Origineel: Le commencement et le déclin de l'amour se font sentir par l'embarras où l'on est de se trouver seule.
    Bron: Les Caractères (1688) Du coeur, 33 (IV)
    Jean de la Bruyère
    - +
    +26
  • Men vertrouwt zijn geheim toe in de vriendschap, maar het ontsnapt ons in de liefde.
    Origineel: L'on confie son secret dans l'amitié; mais il échappe dans l'amour.
    Bron: Les Caractères (1688) Du cœur, 26 (IV)
    Jean de la Bruyère
    - +
    +17
  • Weinig karakter is nodig voor beleefdheid in manieren, veel voor beleefdheid des geestes.
    Origineel: Il faut très peu de fonds pour la politesse dans les manières; il en faut beaucoup pour celle de l'esprit.
    Bron: Les Caractères (1688) De l'homme, 146 (I)
    Jean de la Bruyère
    - +
    +16
  • In de liefde gaan de vrouwen veel verder dan de mannen, maar de mannen doen het dan weer beter in de vriendschap.
    Origineel: Les femmes vont plus loin en amour que la plupart des hommes ; mais les hommes l'emportent sur elles en amitié.
    Bron: Les Caractères (1688) Des femmes, 55 (IV)
    Jean de la Bruyère
    - +
    +14
  • Een lange ziekte schijnt tussen het leven en de dood geplaatst te zijn, zodat de dood zelf een verlichting wordt, voor zowel zij die sterven als voor zij die achterblijven.
    Origineel: Une longue maladie semble être placée entre la vie et la mort, afin que la mort même devienne un soulagement et à ceux qui meurent et à ceux qui restent.
    Bron: Les Caractères (1866) De l'homme, 44 (V)
    Jean de la Bruyère
    - +
    +12
  • Het schijnt minder zeldzaam te zijn van antipathie over te gaan tot liefde dan tot vriendschap.
    Origineel: Il semble qu'il est moins rare de passer de l'antipathie à l'amour qu'à l'amitié.
    Bron: Les Caractères (1688) Du cœur, 24 (IV)
    Jean de la Bruyère
    - +
    +12
  • Men vreest de ouderdom, waarvan men niet zeker is die te kunnen bereiken.
    Origineel: L’on craint la vieillesse, que l’on n’est pas sûr de pouvoir atteindre.
    Bron: Les Caractères (1688) De l'homme, 40 (I)
    Jean de la Bruyère
    - +
    +10
  • Er zijn dingen waarbij middelmatigheid onverdraaglijk is: poëzie, muziek, schilderkunst en spreken in het openbaar.
    Origineel: Il y a de certaines choses dont la médiocrité est insupportable : la poésie, la musique, la peinture, le discours public.
    Bron: Les Caractères (1688)
    Jean de la Bruyère
    - +
    +8
  • De mens, die zegt dat hij niet gelukkig is geboren, zou het ten minste nog kunnen worden door het geluk van zijn vrienden of van zijn nabestaanden. Maar de nijd berooft hem van dit laatste hulpmiddel.
    Origineel: L’homme qui dit qu’il n’est pas né heureux, pourrait du moins le devenir par le bonheur de ses amis ou de ses proches. L’envie lui ôte cette dernière ressource.
    Bron: Les Caractères (1688) De l’Homme, 22 (IV)
    Jean de la Bruyère
    - +
    +7
  • Een gezonde geest krijgt aan het hof smaak in eenzaamheid en teruggetrokkenheid.
    Origineel: Un esprit sain puise à la cour le goût de la solitude et de la retraite.
    Bron: Les Caractères (1688)
    Jean de la Bruyère
    - +
    +7
De beste Les Caractères van Jean de la Bruyère citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net.

Over Jean de la Bruyère

Lang werd gedacht dat La Bruyère geboren werd in de buurt van Dourdan. Uit zijn doopakte blijkt dat hij de dag na zijn geboorte gedoopt werd op het Île de la Cité te Parijs. Hij was de oudste zoon van Louis de La Bruyère, financieel inspecteur op het stadhuis van Parijs. Zijn grootvader Mathias de La Bruyère speelde als burgerlijk luitenant een actieve rol tijdens de Ligue.

De jonge La Bruyère kreeg waarschijnlijk zijn opleiding bij de oratorianen in de Franse hoofdstad. Daarna studeerde hij rechten aan de universiteit van Orléans. Hij keerde terug naar Parijs en schreef er zich in aan de balie. Hij pleitte er echter weinig en werd na verloop van tijd benoemd tot trésorier générale de France (algemeen staatsontvanger) in de Normandische stad Caen. Dit ambt oefende hij slechts een korte tijd uit.

Na een twee mislukte pogingen werd La Bruyère in 1693 uiteindelijk toch verkozen tot lid van de Académie française waar de Strijd tussen de Klassieken en de Modernen hevig woedde. In zijn inhuldigingsrede op 15 juni 1693 trok La Bruyère, die voorgedragen was door de Ouden, fel van leer tegen de Modernen die op dat moment de bovenhand hadden genomen. De controverse die zijn toespraak uitlokte zorgde ervoor dat de academie besloot een nieuw artikel aan haar statuten toe te voegen waarin de ingehuldigde verplicht werd zijn toespraak vooraf te laten beoordelen door een commissie van academici.

La Bruyère stierf in 1696 op 50-jarige leeftijd, officieel aan de gevolgen van een beroerte. Na zijn onverwachte dood ontstonden er geruchten dat hij zou gestorven zijn door vergiftiging. Een bewijs hiervoor werd nooit gevonden.

Bron Wikipedia