Citaten uit Faust II van Johann Wolfgang von Goethe

Citaten 11 t/m 15 van 15.

  • Het bestaan is een plicht, al was het maar voor een ogenblik!
    Origineel: Dasein ist Pflicht, und wär’s ein Augenblick!
    Bron: Faust II 3. Akt, Innerer Burghof
    Johann Wolfgang von Goethe
    - +
     0
  • Hoe verdienste en geluk samen hangen, dat komt nooit bij de dommen op. Als ze de steen der wijzen hadden, dan zou de wijze aan de steen ontbreken.
    Origineel: Wie sich Verdienst und Glück verketten, Das fällt den Toren niemals ein; Wenn sie den Stein der Weisen hätten, Der Weise mangelte dem Stein.
    Bron: Faust II Kaiserliche Pfalz
    Johann Wolfgang von Goethe
    - +
     0
  • Je denkt na over wat je bent kwijtgeraakt; Waar je aan gewend was blijft een paradijs.
    Origineel: Man denkt an das, was man verließ; Was man gewohnt war, bleibt ein Paradies.
    Bron: Faust II 2e acte
    Johann Wolfgang von Goethe
    - +
     0
  • Jullie blije ogen, wat je ook zag, wat het ook was, het was zo mooi!
    Origineel: Ihr glücklichen Augen, Was je ihr gesehn, Es sei wie es wolle, Es war doch so schön!
    Bron: Faust II (1832) 5, Tiefe Nacht
    Johann Wolfgang von Goethe
    - +
     0
  • Wie kan iets doms of verstandigs denken,
    Dat het voorgeslacht niet reeds heeft gedacht?
    Origineel: Wer kann was Dummes, wer was Kluges denken, Das nicht die Vorwelt schon gedacht?
    Bron: Faust II (1832)
    Johann Wolfgang von Goethe
    - +
     0
De beste Faust II van Johann Wolfgang von Goethe citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net. (pagina 2)

Over Johann Wolfgang von Goethe

Goethe wordt op 28 augustus 1749 geboren als zoon van Johann Caspar Goethe en Katharina Elisabeth Textor. Op zijn 16e verhuist hij naar Leipzig alwaar hij Rechten gaat studeren. Op zijn 19e wordt hij echter ernstig ziek en keert terug naar Frankfurt. Twee jaar later begint hij wederom met Rechten, maar nu in Straatsburg. Hier ontmoet hij kunstenaars en schrijvers en enkele jaren later publiceert hij zijn eerste roman: Die Leiden des jungen Werthers. Hij wordt uitgenodigd door de Hertog Van Saksen-Weimar naar Weimar te komen waar hij een groot deel van zijn leven zal blijven wonen. In 1788 gaat hij met zijn vriendin Christiane Vulpius samenwonen en ze krijgen een zoon, August. Pas in 1806 trouwt hij met haar. Lang duurt dit niet, want hetzelfde jaar nog overlijdt zij. Twee jaar na de dood van zijn vrouw voltooit hij het eerste deel van zijn beroemdste werk: Faust. Het tweede deel wordt pas na zijn dood in 1832, gepubliceerd. Hij is 82 jaar oud geworden.