Citaten uit Gedichte van Johann Wolfgang von Goethe

Citaten 41 t/m 44 van 44.

 Vorige 1 2 3 4 5
  • Men ontkent altijd en men ontkent terecht, dat de adel ooit leert.
    Origineel: Man leugnete stets, und man leugnet mit Recht, Daß je sich der Adel erlerne.
    Bron: Gedichte Ballade vom vertriebenen Grafen
    Johann Wolfgang von Goethe
    - +
     0
  • Sprookjes, nog zo ongelooflijk, de dichtkunst maakt ze geloofwaardig.
    Origineel: Märchen, noch so wunderbar, Dichterkünste machen's wahr.
    Bron: Gedichte K. 93 Balladen
    Johann Wolfgang von Goethe
    - +
     0
  • Want verleiding komt van boven, wanneer het de goden behaagt.
    Origineel: Denn von oben kommt Verführung, Wenns den Göttern so beliebt.
    Bron: Gedichte (1827) Legende
    Johann Wolfgang von Goethe
    - +
     0
  • Wat was ik zonder u, vriend Publiek! Al mijn gevoelen was alleenspraak, al mijn vreugde stom!
    Origineel: Was wär ich Ohne dich, Freund Publikum! All mein Empfinden Selbstgespräch, All meine Freude stumm.
    Bron: Gedichte Der Autor
    Johann Wolfgang von Goethe
    - +
     0
 Vorige 1 2 3 4 5
De beste Gedichte van Johann Wolfgang von Goethe citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net. (pagina 5)

Over Johann Wolfgang von Goethe

Goethe wordt op 28 augustus 1749 geboren als zoon van Johann Caspar Goethe en Katharina Elisabeth Textor. Op zijn 16e verhuist hij naar Leipzig alwaar hij Rechten gaat studeren. Op zijn 19e wordt hij echter ernstig ziek en keert terug naar Frankfurt. Twee jaar later begint hij wederom met Rechten, maar nu in Straatsburg. Hier ontmoet hij kunstenaars en schrijvers en enkele jaren later publiceert hij zijn eerste roman: Die Leiden des jungen Werthers. Hij wordt uitgenodigd door de Hertog Van Saksen-Weimar naar Weimar te komen waar hij een groot deel van zijn leven zal blijven wonen. In 1788 gaat hij met zijn vriendin Christiane Vulpius samenwonen en ze krijgen een zoon, August. Pas in 1806 trouwt hij met haar. Lang duurt dit niet, want hetzelfde jaar nog overlijdt zij. Twee jaar na de dood van zijn vrouw voltooit hij het eerste deel van zijn beroemdste werk: Faust. Het tweede deel wordt pas na zijn dood in 1832, gepubliceerd. Hij is 82 jaar oud geworden.