Citaten uit Gespräche van Johann Wolfgang von Goethe

Citaten 1 t/m 10 van 18.

  • Men reist niet om ergens aan te komen, maar om te reizen.
    Origineel: Man reist ja nicht, um anzukommen, sondern um zu reisen.
    Bron: Gespräche Mit Caroline Herder, 4. bis 8. September 1788
    Johann Wolfgang von Goethe
    - +
    +32
  • Ik ben er geheel van overtuigd dat de ziel onvergankelijk is en dat haar werking voortduurt van eeuwigheid tot eeuwigheid. Zoals de zon die voor onze aardse ogen 's avonds schijnt onder te gaan, maar in werkelijkheid nooit ondergaat en onafgebroken voortgaat zijn licht te verspreiden.
    Origineel: Ich habe die feste Überzeugung, dass unser Geist ein Wesen ist ganz unzerstörbarer Natur: es ist ein fortwirkendes von Ewigkeit zu Ewigkeit: Es ist der Sonne ähnlich, die bloß unseren irdischen Augen unterzugehen scheint, die aber eigentlich nie untergeht, sondern unaufhörlich fortleuchtet.
    Bron: In: Johann Peter Eckermann - Gespräche 02. Mai 1824
    Johann Wolfgang von Goethe
    - +
    +25
  • Een hamer te zijn lijkt meer prijzenswaardig en wenselijk dan een aambeeld te zijn.
    Origineel: Hammer zu sein scheint jedem rühmlicher und wünschenswerter als Amboß.
    Bron: Gespräche Mit Friedrich Wilhelm Riemer, im April 1806
    Johann Wolfgang von Goethe
    - +
    +2
  • De hele wereld is vol arme duivels die in zekere mate bang zijn.
    Origineel: Die ganze Welt ist voll armer Teufel, denen mehr oder weniger – angst ist.
    Bron: Gespräche Mit Friedrich Wilhelm Riemer, im August 1810
    Johann Wolfgang von Goethe
    - +
    +1
  • Sinds men boeken recenseert leest niemand ze meer behalve de recensent, en die ook maar half.
    Origineel: Seitdem man die Bücher rezensiert, liest sie kein Mensch außer dem Rezensenten, und der auch so so.
    Bron: Gespräche Mit Friedrich Wilhelm Riemer, 7. November 1806
    Johann Wolfgang von Goethe
    - +
    +1
  • Al het grote en slimme bestaat in de minderheid.
    Origineel: Alles Große und Gescheite existiert in der Minorität.
    Bron: Gespräche Mit Johann Peter Eckermann, 12. Februar 1829
    Johann Wolfgang von Goethe
    - +
     0
  • Alles wat indruk op ons zal maken, moet karakter hebben.
    Origineel: Alles was uns imponieren soll, muß Charakter haben.
    Bron: Gespräche Mit Friedrich Wilhelm Riemer, 28. August 1808
    Johann Wolfgang von Goethe
    - +
     0
  • Het gaat er niet om dat de vrienden bij elkaar komen, maar dat ze het eens zijn.
    Origineel: Es kommt nicht darauf an, daß die Freunde zusammenkommen, sondern darauf, daß sie übereinstimmen.
    Bron: Gespräche Mit Kanzler Friedrich von Müller, 14. April 1830
    Johann Wolfgang von Goethe
    - +
     0
  • Het is beter het geringste ter wereld te doen, dan een half uur niks te doen.
    Origineel: Es ist besser, das geringste Ding von der Welt zu tun als eine halbe Stunde für gering zu halten.
    Bron: Gespräche Mit Friedrich Wilhelm Riemer
    Johann Wolfgang von Goethe
    - +
     0
  • Het is de meest belachelijke pretentie om iedereen tevreden te willen stellen.
    Origineel: Es ist die lächerlichste Prätension, allen gefallen zu wollen.
    Bron: Gespräche Mit Friedrich Wilhelm Riemer, zwischen 1804 und 1812
    Johann Wolfgang von Goethe
    - +
     0
De beste Gespräche van Johann Wolfgang von Goethe citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net.

Over Johann Wolfgang von Goethe

Goethe wordt op 28 augustus 1749 geboren als zoon van Johann Caspar Goethe en Katharina Elisabeth Textor. Op zijn 16e verhuist hij naar Leipzig alwaar hij Rechten gaat studeren. Op zijn 19e wordt hij echter ernstig ziek en keert terug naar Frankfurt. Twee jaar later begint hij wederom met Rechten, maar nu in Straatsburg. Hier ontmoet hij kunstenaars en schrijvers en enkele jaren later publiceert hij zijn eerste roman: Die Leiden des jungen Werthers. Hij wordt uitgenodigd door de Hertog Van Saksen-Weimar naar Weimar te komen waar hij een groot deel van zijn leven zal blijven wonen. In 1788 gaat hij met zijn vriendin Christiane Vulpius samenwonen en ze krijgen een zoon, August. Pas in 1806 trouwt hij met haar. Lang duurt dit niet, want hetzelfde jaar nog overlijdt zij. Twee jaar na de dood van zijn vrouw voltooit hij het eerste deel van zijn beroemdste werk: Faust. Het tweede deel wordt pas na zijn dood in 1832, gepubliceerd. Hij is 82 jaar oud geworden.