Citaten uit On liberty van John Stuart Mill

Citaten 1 t/m 10 van 14.

  • Individuele vrijheid moet in zoverre zijn grenzen kennen: het individu mag niet tot overlast voor anderen zijn.
    Origineel: The liberty of the individual must be thus far limited; he must not make himself a nuisance to other people.
    Bron: On liberty (1859) ch.3
    ― John Stuart Mill
    - +
    +51
  • De enige vrijheid die die naam verdient, is het proberen te verhogen van ons eigen welzijn op onze eigen manier, zolang we niet proberen die van anderen te ontnemen of hun pogingen belemmeren het te verkrijgen.
    Origineel: The only freedom which deserves the name, is that of pursuing our own good in our own way, so long as we do not attempt to deprive others of theirs, or impede their efforts to obtain it.
    Bron: On Liberty (1859) ch.1
    ― John Stuart Mill
    - +
    +21
  • Vrijheid bestaat uit het doen wat men wenst.
    Origineel: Liberty consists in doing what one desires.
    Bron: On liberty (1859) Ch. 5
    ― John Stuart Mill
    - +
    +12
  • De tirannie der gewoonte is overal de vaste hinderpaal voor de vooruitgang van het mensdom.
    Origineel: The despotism of custom is everywhere the standing hindrance to human advancement.
    Bron: On Liberty (1859) ch. 3
    ― John Stuart Mill
    - +
    +7
  • Alle goede dingen die bestaan zijn de vruchten van originaliteit.
    Origineel: All good things which exist are the fruit of originality.
    Bron: On liberty (1859)
    ― John Stuart Mill
    - +
    +6
  • Dat zo weinigen excentriek durven te zijn, markeert het grootste gevaar van de tijd.
    Origineel: That so few now dare to be eccentric, marks the chief danger of the time.
    Bron: On Liberty (1859) Ch. III
    ― John Stuart Mill
    - +
    +5
  • Als men weigert naar een opvatting te luisteren, omdat men ervan overtuigd is dat zij niet waar is, betekent dit dat men de eigen zekerheid gelijkstelt met absolute zekerheid. Elk stilleggen van een discussie is een aanmatiging van onfeilbaarheid.
    Origineel: To refuse a hearing to an opinion, because they are sure that it is false, is to assume that their certainty is the same thing as absolute certainty. All silencing of discussion is an assumption of infallibility.
    Bron: On Liberty (1859) Ch. 2
    ― John Stuart Mill
    - +
    +4
  • Wie alleen weet heeft van zijn eigen kant van de zaak, weet er weinig van.
    Origineel: He who knows only his own side of the case knows little of that.
    Bron: On Liberty (1859) Ch. II
    ― John Stuart Mill
    - +
    +4
  • Als de gehele mensheid met één uitzondering dezelfde mening had, terwijl die ene persoon een tegengestelde opvatting koesterde, dan zou de mensheid even weinig recht hebben om die ene persoon tot zwijgen te brengen dan hij zou hebben om de mensheid het zwijgen op te leggen, als hij de macht had.
    Origineel: If all mankind minus one, were of one opinion, and only one person were of the contrary opinion, mankind would be no more justified in silencing that one person, than he, if he had the power, would be justified in silencing mankind.
    Bron: On Liberty (1859) Ch. II
    ― John Stuart Mill
    - +
    +2
  • De noodlottige neiging der mensen om met het denken over een zaak op te houden zodra ze niet langer twijfelachtig is, is de oorzaak van de helft hunner dwalingen.
    Origineel: The fatal tendency of mankind to leave off thinking about a thing, when it is no longer doubtful, is the cause of half their errors.
    Bron: On Liberty (1859) Ch. II
    ― John Stuart Mill
    - +
    +2
De beste On liberty van John Stuart Mill citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net.

Over John Stuart Mill

John Stuart Mill (Pentonville, 20 mei 1806 – Avignon, 8 mei 1873) was een Engels filosoof en econoom.
Zijn vader onderwees hem. Hij kreeg een strenge opvoeding en werd nadrukkelijk afgeschermd van andere jongens van zijn leeftijd. Zijn vader, een navolger van Bentham, had als zijn specifieke doel om een geniaal intellect te creëren dat de doelen en uitvoering van het utilisme zou doen verder leven na de dood van Bentham en hemzelf.

Tegen de tijd dat hij drie was kon hij het Griekse alfabet opzeggen, en toen hij acht werd had hij Aesopus' 'Fabels' gelezen en wist hij van Plato.
In 1818 begon hij aan een studie logica en het jaar erop politieke economie.
Hij was een voorstander van het utilitarisme, de ethische theorie die voorgesteld werd door zijn peetoom Jeremy Bentham. Zijn eigen versie hiervan beschreef hij in het werk Utilitarianism, de leer die beweert dat nut het hoogste goed is en dat dit het beslissende kenmerk van het juiste gedrag zou moeten zijn.

Zijn Principles of Political Economy (1848) werd een van de belangrijkste referentiewerken op het gebied van economie, en was tot in 1919 het standaard tekstboek van de opleiding economie aan Oxford University.
In 1869 publiceerde hij Subjection of Women, waarin hij de vrouwenrechten verdedigde. Hij was toen al vier jaar lid van het parlement, waar hij eveneens ijverde voor het vrouwenkiesrecht en de vooruitstrevende liberalen steunde. Zijn vrouw Harriet Taylor Mill, die in 1858 stierf, zou het boek geschreven hebben, maar op haar naam mocht het niet worden uitgegeven. Tot op de dag van vandaag staat het boek officieel op naam van John Stuart Mill.

Uit Wikipedia

Bekijk alle citaten van John Stuart Mill

Trefwoorden in deze citaten:

Vergelijkbare auteurs