Citaten uit Conjectures and refutations van Karl Popper

Citaten 1 t/m 4 van 4.

  • We kunnen er best vanuitgaan dat ons zoeken vaak uiterst bezield is, maar we moeten als de dood zo bang zijn voor het geloof, al reikt dat tot in de diepste vezelen van ons bestaan, dat onze inspiratie enig gezag heeft, goddelijk of anderszins.
    Origineel: We may admit that our groping is often inspired, but we must be on our guard against the belief, however deeply felt, that our inspiration carries any authority, divine or otherwise.
    Bron: Conjectures and refutations (1963)
    Karl Popper
    - +
    +4
  • Want dit is inderdaad de belangrijkste bron van onze onwetendheid, het feit dat onze kennis slechts eindig kan zijn, terwijl onze onwetendheid noodzakelijkerwijs oneindig moet zijn.
    Origineel: For this, indeed, is the main source of our ignorance — the fact that our knowledge can be only finite, while our ignorance must necessarily be infinite.
    Bron: Conjectures and refutations (1963)
    Karl Popper
    - +
    +3
  • Specialisatie kan een grote verleiding zijn voor de wetenschapper. Voor de filosoof is het een doodzonde.
    Origineel: Specialization may be a great temptation for the scientist. For the philosopher it is the mortal sin.
    Bron: Conjectures and refutations (1963) Presidential Address to the Aristotelian Society 13 October 1958
    Karl Popper
    - +
    +2
  • Wetenschap moet beginnen met mythen en met de kritiek op mythen.
    Origineel: Science must begin with myths, and with the criticism of myths.
    Bron: Conjectures and refutations (1963) Ch.1, Section VII
    Karl Popper
    - +
    +1
De beste Conjectures and refutations van Karl Popper citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net.

Over Karl Popper

Karl Raimund Popper (Wenen, 28 juli 1902 – Londen, 17 september 1994) was een Oostenrijks-Brits filosoof die algemeen wordt beschouwd als een van de grootste wetenschapsfilosofen van de 20e eeuw.

Popper werd geboren in een joods gezin en studeerde aan de universiteit van Wenen. Hij promoveerde in 1928 bij Karl Bühler in de filosofie, en gaf les op een middelbare school van 1930 tot 1936. In 1937 emigreerde hij naar Nieuw-Zeeland uit zorg om het opkomende nazisme.
In 1946 verhuisde hij naar Engeland om lector te worden in de logica en de wetenschappelijke methode aan de London School of Economics, waar hij in 1949 een leerstoel kreeg. Hij werd verheven tot 'Sir' in 1965 en verkozen tot 'Fellow' van de Royal Society in 1976. Hij trok zich uit het academische leven terug in 1969, hoewel hij intellectueel en als prominent lid van CSICOP actief bleef tot aan zijn dood in 1994.

Popper was een belangrijk sociaal en politiek filosoof, een onversaagd verdediger van de liberale democratie en de principes van sociale kritiek waar deze op is gebaseerd, en een onwrikbaar tegenstander van autoritarisme. Hij is het bekendst geworden door zijn weerlegging van het klassieke model van wetenschap als een proces van observatie en inductie, zijn pleidooi voor falsifieerbaarheid als criterium om wetenschap van non-wetenschap te scheiden en zijn verdediging van de 'open samenleving'.
Popper bedacht zelf de term 'kritisch rationalisme' om zijn filosofie te omschrijven.

Bron Wikipedia