Citaten uit Mes inscriptions van Louis Scutenaire

Citaten 1 t/m 6 van 6.

  • De oneindigheid begint waar het eindigt.
    Origineel: L'infini commence où il finit.
    Bron: Mes inscriptions (1943-1944) p.62
    Louis Scutenaire
    - +
    +2
  • Het onbewuste neemt 's nachts wraak.
    Origineel: L'inconscient se venge la nuit.
    Bron: Mes inscriptions (1943-1944) p.37
    Louis Scutenaire
    - +
    +1
  • Pessimisme is het optimisme van de pessimist.
    Origineel: Le pessimisme est l'optimisme du pessimiste.
    Bron: Mes inscriptions (1943-1944)
    Louis Scutenaire
    - +
    +1
  • Het beste wat een volk samensmeedt is de stompzinnigheid van degenen die er deel van uitmaken.
    Origineel: Le meilleur ciment d'un peuple est la bêtise de ceux qui en font partie.
    Bron: Mes inscriptions (1943-1944) p.79
    Louis Scutenaire
    - +
     0
  • Het is altijd in de woestijn dat men zijn flesje water breekt.
    Origineel: C'est toujours dans le désert que l'on casse sa bouteille d'eau.
    Bron: Mes inscriptions (1943-1944) p.146
    Louis Scutenaire
    - +
     0
  • In God geloven is zichzelf doden. Geloof is slechts een vorm van zelfmoord.
    Origineel: Croire en Dieu équivaut à se tuer. La foi n'est qu'un mode de suicide.
    Bron: Mes inscriptions (1943-1944) p.59
    Louis Scutenaire
    - +
     0
De beste Mes inscriptions van Louis Scutenaire citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net.

Over Louis Scutenaire

Jean Émile Louis Scutenaire (Woelingen, 29 juni 1905 - Schaarbeek, 15 augustus 1987) was een Belgisch Franstalig dichter en schrijver.
Samen met René Magritte, Paul Nougé en zijn vrouw Irène Hamoir was hij een van de centrale figuren binnen de Belgische surrealistische beweging.
Vanaf 1928 begon Scutenaire mee te werken aan de activiteiten van de Brusselse surrealistische beweging en schreef teksten in hun tijdschrift, Distances.
Scutenaire nam deel aan verscheidene tentoonstellingen over het surrealisme en was medewerker van verscheidene literaire tijdschriften. Hij schreef teksten en inleidingen voor tentoonstellingen van onder meer Magritte, Jean Raine, Roland Delcol, Rachel Baes, Armand Permantier, Geert Van Bruaene en Paul Colinet. In 1947 verscheen van zijn hand een van de eerste monografieën over het leven en het werk van Magritte.

Bron Wikipedia