Citaten uit Oeuvres complettes van Montesquieu

  • Vrijheid is het recht om alles te doen wat de wet toestaat.
  • Men moet veel gestudeerd hebben om weinig te weten.
  • Als de wetgevende macht verenigd is met de uitvoerende macht in een persoon of in een bestuurlijk lichaam, dan is er geen vrijheid, omdat men moet vrezen dat dezelfde monarch of senaat die tirannieke wetten uitvaardigt ze ook tiranniek zal uitvoeren.
  • Ik houd van de boeren; ze weten niet genoeg om verkeerd te redeneren.
  • Met moet een onderwerp niet zozeer uitputten, dan men niets  aan de lezer overlaat. Het gaat er niet om, te doen lezen, maar te doen denken.
  • Extreme gehoorzaamheid veronderstelt onwetendheid bij degene die gehoorzaamt.
  • De moraal zorgt altijd voor betere burgers dan de wetten.
  • In geen koninkrijk hebben zoveel oorlogen gewoed als in dat van Christus.
  • Iets is niet juist omdat het de wet is; maar het moet de wet zijn, omdat het juist is.
  • De meeste mensen zijn meer in staat tot grote dan tot goede daden.
+7

Citaten 1 t/m 1 van 1.

  • De kunst geeft de regels en de smaak de uitzonderingen.
    Origineel: L'art donne les règles, et le goût les exceptions.
    Bron: Oeuvres complettes Vol. 6, Sur le gout des regles
    Montesquieu
    - +
    +1
De beste Oeuvres complettes van Montesquieu citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net.

Over Montesquieu

Charles de Secondat, baron de La Brède et de Montesquieu (1689-1755) was een Frans filosoof. Hij wordt beschouwd als een van de grondleggers van de sociologie en als een van de belangrijkste filosofen van de Verlichting.

De huidige politieke inrichting van westerse democratieën is mede gebaseerd op ideeën van hem en John Locke. Belangrijk hierbij is zijn idee van de scheiding der machten.
Montesquieu maakt onderscheid tussen drie staatsvormen: de monarchie (macht bij de vorst en hogere standen), de despotie (macht bij één persoon) en de republiek. De republiek is zelf weer verdeeld in democratie (macht bij het volk) en aristocratie (macht bij de adel). Zelf vindt hij de aristocratische bestuursvorm de beste, met Engeland als voorbeeld. De hoogste macht is in handen van een zeker aantal personen (adel en hoge burgerij) met regels om machtsmisbruik te voorkomen. Zij maken de wetten en laten die uitvoeren.

Montesquieu gaat als een van de eersten te werk als een socioloog. Hij doet aan empirisch onderzoek en is uitermate nieuwsgierig. Zo reist hij de wereld over, om na te gaan wat voor verschillende manieren van regeren er bestaan. Uiteindelijk komt hij tot de conclusie dat ieder volk zo zijn eigen staatsvorm heeft, afhankelijk van de omstandigheden (het klimaat, de grond, gewoonten, religie etcetera).
Er zit een zeker cultuurrelativisme in zijn teksten. Wat voor de één goed is, hoeft dat voor de ander niet te zijn. Overigens is zijn aanpak niet ‘wetenschappelijk’ naar huidige maatstaven, maar vaak erg speculatief.

Bron Wikipedia