Citaten uit De leugen is onze moeder van Simon Vestdijk

Citaten 1 t/m 7 van 7.

  • Breng veel mensen op een beperkte ruimte samen, en op straffe van ondergang zijn zij op redelijkheid aangewezen.
    Bron: De leugen is onze moeder (1965)
    Simon Vestdijk
    - +
    +1
  • De leugen - paradoxaal uitgedrukt - valt niet altijd samen met het niet voldoen aan wat de verstandelijke waarheid van ons eist.
    Bron: De leugen is onze moeder (1965)
    Simon Vestdijk
    - +
     0
  • De leugen is niet weg te denken uit het leven.
    Bron: De leugen is onze moeder (1965)
    Simon Vestdijk
    - +
     0
  • De mens maakt romans, omdat hij een mens is, en de aandriften om het te doen zijn zijn eigen diepste aandriften, die hij in laatste instantie met geen ander individu gemeen heeft. Dit is het 'lyrische beginsel' van de roman.
    Bron: De leugen is onze moeder (1965)
    Simon Vestdijk
    - +
     0
  • De metafysische leugen is de enige leugen, die niet weerlegd kan worden.
    Bron: De leugen is onze moeder (1965)
    Simon Vestdijk
    - +
     0
  • In de roman zoekt de ziel zich in vrijheid uit te drukken, zich te herkennen, zich te bevestigen. Wat daarbuiten ligt is minder wezenlijk.
    Bron: De leugen is onze moeder (1965)
    Simon Vestdijk
    - +
     0
  • Lieden met aanleg voor vervolgingswaanzin moeten nooit schrijver worden.
    Bron: De leugen is onze moeder (1965)
    Simon Vestdijk
    - +
    -1
De beste De leugen is onze moeder van Simon Vestdijk citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net.

Over Simon Vestdijk

Vestdijk, de zoon en enig kind van Simon Vestdijk en Anne (Anna Margaretha Clazina) Mulder, groeide op in Harlingen, dat in een aantal van zijn boeken terugkomt als Lahringen. Simon Vestdijk ging in Harlingen naar de lagere school en de driejarige HBS, waar zijn vader, een strenge man, gymnastiekleraar was. Daarna ging hij naar de Rijks-HBS te Leeuwarden. Vestdijk was een goede leerling, maar vond weinig aansluiting bij leeftijdgenoten. Vanaf zijn zeventiende had hij regelmatig last van depressies. Zijn jeugd te Harlingen en Leeuwarden bepaalde later de thematiek van de Anton Wachter-romancyclus. Vestdijk studeerde van 1917 tot 1927 geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij lid was van de studentenvereniging Unitas. In 1932 gaf hij zijn artsenpraktijk op en wijdde hij zich geheel aan de literatuur. In dat jaar verscheen zijn debuutbundel Verzen. Vestdijks eerste roman Kind tussen vier vrouwen werd door twee uitgevers geweigerd. Het zou te dik (800 bladzijden) en te duur (tien gulden) worden. In 1939 vestigde Vestdijk zich voorgoed in Doorn. Vestdijk woonde meer dan dertig jaar samen met Ans Koster, die in 1965 overleed. In die periode had hij van 1946 tot in de vroege jaren vijftig een relatie met Henriëtte van Eyk, met wie hij de briefroman Avontuur met Titia schreef. In 1965 trouwde hij met Mieke (Adriana Catharina Maria) van der Hoeven. Het paar kreeg een zoon en een dochter. In 1968 werd Vestdijk ziek (ziekte van Parkinson/ziekte van Kahler). Hij overleed op 23 maart 1971 op 72-jarige leeftijd in het Academisch Ziekenhuis te Utrecht. Simon Vestdijk werd begraven op begraafplaats Nieuw Eykenduynen, Kamperfoeliestraat in Den Haag (graf 2-4654). Adriaan Morriën beschrijft in 'Lasterpraat' (1975) de begrafenis van Vestdijk.

Bron Wikipedia