Citaten uit Essays in duodecimo van Simon Vestdijk

Citaten 1 t/m 10 van 16.

  • De mens hoeft zijn egoïsme niet af te leggen om goed te zijn, - hij hoeft er alleen maar een andere vorm aan te geven. Door zich in zijn medemens te verplaatsen, zich één met hem te voelen, veredelt hij zijn zelfzucht, - door zijn 'zelf' uit te breiden en meer omvattend te maken.
    Bron: Essays in duodecimo (1952)
    ― Simon Vestdijk
    - +
    +10
  • Hoe ouder de mens wordt, des te meer wordt zijn verleden van werkelijke gebeurlijkheden geschaduwd door een verleden van gemiste of althans niet benutte kansen.
    Bron: Essays in duodecimo (1952)
    ― Simon Vestdijk
    - +
    +9
  • Lachen is beweging, - de meeste mensen missen de innerlijke vrijheid, de royaliteit en de durf om te lachen, waar dit niet duidelijk voorgeschreven is.
    Bron: Essays in duodecimo (1952)
    ― Simon Vestdijk
    - +
    +9
  • De kunstenaar ondergaat niet de droom, maar schept hem. In plaats van stroomafwaarts met de droom te leven zoals de dromende doorsneemens doet, zoekt hij het brongebied op, waaruit droom en kunst beide gespijzigd worden.
    Bron: Essays in duodecimo (1952)
    ― Simon Vestdijk
    - +
    +8
  • De droom is een schacht in het onbewuste, die zich zonder overgang voortzet in een der hoogst en veelvuldigst beklommen torens, die zich in het veld van ons bewustzijn oprichten.
    Bron: Essays in duodecimo (1952)
    ― Simon Vestdijk
    - +
    +2
  • De vluchtige beroering met iets dat tot onze verbeelding spreekt, is een beter tonicum voor ons psychisch gestel dan een diep borend en alzijdig onderzoek.
    Bron: Essays in duodecimo (1952)
    ― Simon Vestdijk
    - +
    +2
  • Een goed huwelijk is van een prettiger heidense zinnelijkheid doortrokken dan de sombere en schichtige affaires der verleiders.
    Bron: Essays in duodecimo (1952)
    ― Simon Vestdijk
    - +
    +2
  • Woorden zijn de meest gewetenloze bedriegers die er bestaan, maar bedriegers waar wij op aangewezen zijn, en die wij steeds weer ons vertrouwen schenken.
    Bron: Essays in duodecimo (1952)
    ― Simon Vestdijk
    - +
    +2
  • De duivel is een 'deus inversus', een omgekeerde God.
    Bron: Essays in duodecimo (1952)
    ― Simon Vestdijk
    - +
    +1
  • De historische roman is de zondeval van de schrijversziel die door het verleden bezeten is, en dus als genre onvermijdelijk.
    Bron: Essays in duodecimo (1952)
    ― Simon Vestdijk
    - +
    +1
De beste Essays in duodecimo van Simon Vestdijk citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net.

Over Simon Vestdijk

Vestdijk, de zoon en enig kind van Simon Vestdijk en Anne (Anna Margaretha Clazina) Mulder, groeide op in Harlingen, dat in een aantal van zijn boeken terugkomt als Lahringen. Simon Vestdijk ging in Harlingen naar de lagere school en de driejarige HBS, waar zijn vader, een strenge man, gymnastiekleraar was. Daarna ging hij naar de Rijks-HBS te Leeuwarden. Vestdijk was een goede leerling, maar vond weinig aansluiting bij leeftijdgenoten. Vanaf zijn zeventiende had hij regelmatig last van depressies. Zijn jeugd te Harlingen en Leeuwarden bepaalde later de thematiek van de Anton Wachter-romancyclus. Vestdijk studeerde van 1917 tot 1927 geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij lid was van de studentenvereniging Unitas. In 1932 gaf hij zijn artsenpraktijk op en wijdde hij zich geheel aan de literatuur. In dat jaar verscheen zijn debuutbundel Verzen. Vestdijks eerste roman Kind tussen vier vrouwen werd door twee uitgevers geweigerd. Het zou te dik (800 bladzijden) en te duur (tien gulden) worden. In 1939 vestigde Vestdijk zich voorgoed in Doorn. Vestdijk woonde meer dan dertig jaar samen met Ans Koster, die in 1965 overleed. In die periode had hij van 1946 tot in de vroege jaren vijftig een relatie met Henriëtte van Eyk, met wie hij de briefroman Avontuur met Titia schreef. In 1965 trouwde hij met Mieke (Adriana Catharina Maria) van der Hoeven. Het paar kreeg een zoon en een dochter. In 1968 werd Vestdijk ziek (ziekte van Parkinson/ziekte van Kahler). Hij overleed op 23 maart 1971 op 72-jarige leeftijd in het Academisch Ziekenhuis te Utrecht. Simon Vestdijk werd begraven op begraafplaats Nieuw Eykenduynen, Kamperfoeliestraat in Den Haag (graf 2-4654). Adriaan Morriën beschrijft in 'Lasterpraat' (1975) de begrafenis van Vestdijk.

Uit Wikipedia

Bekijk alle citaten van Simon Vestdijk

Trefwoorden in deze citaten:

Vergelijkbare auteurs