Citaten uit Agricola van Tacitus

  • Wat de Germanen bijna uniek onder de barbaren maakt, is dat bij hen een man met één vrouw genoegen neemt.
  • Door beleid brengen wij veel meer tot stand dan door geweld.
  • Voorspoed is de toetssteen van het karakter; want in tegenspoed kan men volharding tonen, maar door voorspoed wordt men bedorven.
  • Hoe verdorvener de staat, des te meer wetten.
  • Een eervolle dood is te verkiezen boven een smadelijk leven.
  • Alles wat onbekend is, wordt voor bijzonder gehouden.
  • De menselijke geest gelooft het liefst onbegrijpelijke dingen.
  • Te grote macht is nooit veilig.
  • Op een afstand bekeken, is alles mooi.
  • Men moet goede keizers wensen maar anders hen nemen zoals ze zijn.
+7

Citaten 1 t/m 3 van 3.

  • Een eervolle dood is te verkiezen boven een smadelijk leven.
    Origineel: Honesta mors turpi vita potior.
    Bron: Agricola
    Tacitus
    - +
    +7
  • Het is een menselijke eigenschap te haten die men heeft beledigd.
    Origineel: Proprium humani ingenii est odisse quem laeseris.
    Bron: Agricola
    Tacitus
    - +
    +4
  • Angst is een zwakke band. Wordt hij verbroken, dan beginnen zij te haten, die ophielden te vrezen.
    Bron: Agricola 32
    Tacitus
    - +
    +2
De beste Agricola van Tacitus citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net.

Over Tacitus

Publius Cornelius Tacitus (ca. 56-117) was een Romeins consul, historicus, schrijver en redenaar. Hij wordt vaak gezien als de grootste historicus van Rome, van het Romeinse Rijk. Tacitus' sympathie ging duidelijk uit naar een republikeinse staatsvorm, eerder dan naar de willekeur van sommige keizers.
Opmerkelijk is echter dat zijn veelzijdigheid en complexiteit het toelieten dat latere denkers met tegengestelde politieke opvattingen Tacitus aanhaalden om hun standpunt kracht bij te zetten. Hij schrijft over keizers en machthebbers met evenveel vanzelfsprekendheid als over personen van minder belang en geeft daarmee inzicht in het leven van zijn tijd.

Tacitus had een sterke afkeer van tirannie, na zelf de periode onder Domitianus te hebben meegemaakt. In veel van zijn werken lijkt de onderliggende vraag waarom het principatus van Augustus (63 v.Chr.-14 n.Chr.) is overgegaan naar de tirannie van het dominatio van keizers als Tiberius (42 v.Chr.-37 n.Chr.) tot Domitianus. Ondanks zijn sterke afkeer van tirannie, sprak hij niet van een recht van opstand en riep hij niet op tot verzet, maar gaf de voorkeur aan het wachten op betere tijden, zoals voor hem aanbraken onder de keizers Nerva en Trajanus.

Bron Wikipedia