Citaten uit The Virginians van W. M. Thackeray

Citaten 1 t/m 6 van 6.

  • Ik weet nooit of ik medelijden moet hebben met iemand die tot bezinning komt, of dat ik hem moet feliciteren.
    Origineel: I never know whether to pity or congratulate a man on coming to his senses.
    Bron: The Virginians (1859) Ch. 56
    W. M. Thackeray
    - +
    +3
  • Een dwaas kan zijn eigen dwaasheid net zo slecht zien als zijn eigen oren.
    Origineel: [A fool] can no more see his own folly than he can see his ears.
    Bron: The Virginians (1859)
    W. M. Thackeray
    - +
    +2
  • Ik zou liever naam willen maken, dan er één erven.
    Origineel: I would rather make my name than inherit it.
    Bron: The Virginians (1859) ch. XXVI
    W. M. Thackeray
    - +
    +2
  • Wie oren heeft om te horen, laat hij ze dichtstoppen met watten.
    Origineel: He that has ears to hear, let him stuff them with cotton.
    Bron: The Virginians (1859)
    W. M. Thackeray
    - +
    +2
  • O, mijn jonge vrienden, hoe heerlijk is het begin van een liefdesgeschiedenis en hoe onwaardig soms het einde!
    Origineel: Oh, my young friends, how delightful is the beginning of a love-business, and how undignified, sometimes, the end!
    Bron: The Virginians (1859) ch. IX
    W. M. Thackeray
    - +
     0
  • Rijk worden geacht is zo goed als rijk te zijn.
    Origineel: To be thought rich is as good as to be rich.
    Bron: The Virginians (1859) ch.XXIV
    W. M. Thackeray
    - +
     0
De beste The Virginians van W. M. Thackeray citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net.

Over W. M. Thackeray

William Makepeace Thackeray (Calcutta, 18 juli 1811 – Londen, 24 december 1863) was een Engels romanschrijver.

Hij stamde uit een ambtenaarsfamilie in India maar trok op 16-jarige leeftijd naar Engeland om in Cambridge te studeren. In 1833 verloor hij zijn fortuin en werd hij verplicht om zijn talent als journalist te gebruiken om van te leven. Onder verschillende pseudoniemen werkte hij mee aan tijdschriften zoals Fraser's Magazine en Punch.

"The Book of Snobs" uit 1846 gaf hem de faam als satiricus van de hypocrisie van de Engelse maatschappij. Zijn doorbraak als romanschrijver kwam er met de publicatie van Vanity Fair, een roman in afleveringen die in 1848 als boek verscheen. Een jaar later verscheen The History of Pendennis, een grotendeels autobiografische zedenschildering van de gentry (lagere adel).
Velen zien The History of Henry Esmond als zijn meesterwerk, een historische roman uit 1852 die speelt onder koningin Anna. Daarna volgen nog: The Newcomes (1853-1855), The Virginians (1857), Lovel the Widower (1860) en The Adventures of Philip en Denis Duval (1862).

Thackeray was niet alleen romanschrijver maar ook journalist, karikaturist, criticus en historicus. Hij was een realist die alles om zich heen uiterst nauwkeurig waarnam. Vergeleken met Charles Dickens, die een humorist en optimist was, was hij vooral een scepticus en pessimist. Zijn humor was bijtend en vol van sarcasme.

Bron Wikipedia