Citaten uit Die beiden Grundprobleme der Ethik van A. Schopenhauer

  • Als een God deze wereld gemaakt heeft, dan zou ik niet die God willen zijn; haar ellende zou me het hart uiteenrijten.
  • Niets is gemakkelijker dan zo te schrijven dat geen mens het begrijpt; niets is moeilijker dan belangrijke gedachten zo uit te drukken dat ieder mens ze begrijpt.
  • De meest zekere manier om niet heel ongelukkig te worden is niet te verlangen heel gelukkig te worden.
  • Het genie woont slechts één verdieping hoger dan de waanzin.
  • Wie zeer veel en bijna de ganse dag leest, verliest geleidelijk het vermogen om zelf te denken, evenals iemand, die altijd rijdt, tenslotte het lopen verleert. Dit nu is het geval met zeer veel geleerden: zij hebben zich dom gelezen.
  • Het is een algemeen heersende dwaling veel te veel waarde aan de mening van anderen te hechten.
  • Bescheidenheid bij de middelmatigen is louter eerlijkheid; bij de grote talenten is het huichelarij.
  • Het afnemen van alle krachten, bij het toenemen van de ouderdom is stellig zeer droevig, maar het is noodzakelijk, daar anders de dood te zwaar zou vallen.
  • Het publiek is zo onnozel, dat het liever het nieuwe dan het goede leest.
  • Een indrukwekkend bewijs van de erbarmelijke subjectiviteit van de mens levert de astrologie, die de loop van hemellichamen op het armzalige ik betrekt.
  • Hoe meer een mens tot volkomen ernst in staat is, des te hartelijker kan hij lachen.
  • Wat de mensen hun noodlot noemen, bestaat meestal uit hun eigen stommiteiten.
  • Vergeven en vergeten betekent opgedane kostbare ervaringen uit het raam gooien.
  • De eer is het uiterlijk geweten en het geweten de innerlijke eer.
  • De eerste veertig jaren van ons leven leveren de tekst, de volgende dertig het commentaar daarop.
  • Elke natie spot over de andere, en alle hebben gelijk.
  • Tegen het einde van het leven gaat het als tegen het eind van een gemaskerd bal, als de maskers worden afgenomen. Men ziet dan wie degenen, met wie men gedurende zijn leven in aanraking is gekomen, eigenlijk zijn geweest.
  • Wie in de wirwar van zaken of pleziertjes maar raak leeft zonder ooit nog bij het verleden stil te staan, die raakt zijn heldere bedachtzaamheid kwijt.
  • Niemand kan over zichzelf heenkijken, d.w.z. ieder ziet in de ander alleen wat hij zelf is.
  • De kranten zijn de secondenwijzers der geschiedenis. Ze zijn echter niet alleen meestal van onedeler metaal dan de beide andere, maar lopen ook slechts zelden goed.
+17

Citaten 1 t/m 8 van 8.

  • Medelijden met dieren hangt met de goedheid van het karakter zó nauw samen, dat men gerust beweren kan: wie wreed is tegenover dieren, kan geen goed mens zijn.
    Origineel: Mitleid mit Tieren hängt mit der Güte des Charakters so genau zusammen, dass man zuversichtlich behaupten darf: wer gegen Tiere grausam ist, kann kein guter Mensch sein.
    Die beiden Grundprobleme der Ethik Preisschrift über die Grundlage der Moral, § 19
    A. Schopenhauer
    - +
    +261
  • Het egoïsme is kolossaal, het regeert de wereld.
    Origineel: Der Egoismus ist kolossal: er überragt die Welt.
    Die beiden Grundprobleme der Ethik 196 f
    A. Schopenhauer
    - +
    +35
  • Door dat wat we doen, ervaren we alleen wat we zijn.
    Origineel: Durch das, was wir tun, erfahren wir bloß, was wir sind.
    Die beiden Grundprobleme der Ethik (1841)
    A. Schopenhauer
    - +
    +2
  • Ik ken geen beter gebed dan waarmee oude Indiase toneelstukken afsluiten: "Moge alle levende wezens vrij zijn van pijn."
    Origineel: Ich weiß mir kein schöneres Gebet, als das, womit die alt-indischen Schauspiele [...] schließen. Es lautet: "Mögen alle lebenden Wesen von Schmerzen frei bleiben."
    Die beiden Grundprobleme der Ethik (1841)
    A. Schopenhauer
    - +
    +2
  • Je kunt doen wat je wilt, maar je kunt, op elk willekeurig moment in je leven, maar één ding willen en absoluut niets anders dan dat ene.
    Origineel: Du kannst tun was du willst: aber du kannst, in jedem gegebenen Augenblick deines Lebens, nur ein Bestimmtes wollen und schlechterdings nichts anderes, als dieses Eine.
    Die beiden Grundprobleme der Ethik (1841)
    A. Schopenhauer
    - +
    +2
  • De belangrijkste en fundamentele drijfveer bij de mens, evenals bij dieren, is egoïsme, dat wil zeggen de drang naar het bestaan ??en het welzijn.
    Origineel: Die Haupt- und Grundtriebfeder im Menschen, wie im Tiere, ist der Egoismus, d. h. der Drang zum Dasein und Wohlsein.
    Die beiden Grundprobleme der Ethik (1841)
    A. Schopenhauer
    - +
    +1
  • Er zijn slechts drie fundamentele drijvende krachten achter menselijk handelen: egoïsme, dat het eigen welzijn wil, ... boosaardigheid, die het welzijn van anderen wil... en de kracht die het welzijn van anderen wil, en deze kracht is mededogen.
    Origineel: Es gibt nur drei Grundtriebfedern menschlicher Handlungen: Egoismus, der das eigene Wohl will, ... Bosheit, die das fremde Wehe will ... und die Kraft, welche das fremde Wohl will, und diese Kraft ist das Mitleid.
    Die beiden Grundprobleme der Ethik (1841)
    A. Schopenhauer
    - +
     0
  • Het karakter van de mens is constant: hij blijft dezelfde gedurende zijn hele leven.
    Origineel: Der Charakter des Menschen ist konstant: er bleibt der selbe, das ganze Leben hindurch.
    Die beiden Grundprobleme der Ethik (1841)
    A. Schopenhauer
    - +
     0
De beste Die beiden Grundprobleme der Ethik van A. Schopenhauer citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net.

Bekijk alle citaten van A. Schopenhauer

Boeken van A. Schopenhauer: