Citaten uit The House at Pooh Corner van A.A. Milne

Citaten 1 t/m 4 van 4.

• 'Ik heb iets van een idee,' zei Poeh ten slotte, 'maar ik denk niet dat het een heel goed idee is.' 'Dat denk ik ook niet,' zei Iejoor.

  Origineel: "I've got a sort of idea," said Pooh at last, "but I don't suppose it's a very good one." "I don't suppose it is either," said Eeyore.

  The House at Pooh Corner (1928) H.6

  ― A.A. Milne
  - +

  +1
• Hoe meer hij naar binnen keek, hoe meer Knorretje er niet was.

  Origineel: The more he looked inside the more Piglet wasn't there.

  The House at Pooh Corner (1928) H.1

  ― A.A. Milne
  - +

   0
• Poeh dacht op een dag, dat hij Iejoor zou gaan opzoeken, want hij had hem sinds gisteren niet meer gezien.

  Origineel: One day when Pooh was thinking, he thought he would go and see Eeyore, because he hadn't seen him since yesterday.

  The House at Pooh Corner (1928) h. 4

  ― A.A. Milne
  - +

   0
• Poeh keek naar zijn twee poten. Hij wist dat een van hen de rechter was, en hij wist dat als je had bepaald welke van hen de rechter was, de andere de linker moest zijn, maar hij wist niet meer hoe hij beginnen moest.

  Origineel: Pooh looked at his two paws. He knew that one of them was the right, and he knew that when you had decided which one of them was the right, then the other one was the left, but he never could remember how to begin.

  The House at Pooh Corner (1928) h.7

  ― A.A. Milne
  - +

  -1