-
Wanneer ik in mijn diepste rouwen, wanhopend in de nacht ga schouwen; ik zie de grote en de kleine beer. Gij echter, zijt er niet, o Heer. De handen die ik reeds had gevouwen, verstop ik in mijn zakken weer.
Bron: Gedicht: Moment0
Laden...
Bekijk alle citaten van A. Marja
Trefwoorden in deze citaten:
Vergelijkbare auteurs
-
Multatuli
Nederlands schrijver (ps. van Eduard Douwes Dekker) 202 -
Godfried Bomans
Nederlands schrijver 162 -
Jan Greshoff
Nederlands schrijver en letterkundige 134 -
Harry Mulisch
Nederlands schrijver 127 -
Jean de Boisson
Nederlands schrijver (ps. van C. Buddingh) 110 -
Simon Carmiggelt
Nederlands schrijver 97 -
Gerrit Komrij
Nederlands schrijver 90 -
Willem Frederik Hermans
Nederlands schrijver 73
Wanneer ik in mijn diepste rouwen, wanhopend in de nacht ga schouwen; ik zie de grote en de kleine beer. Gij echter, zijt er niet, o Heer. De handen die ik reeds had gevouwen, verstop ik in mijn zakken weer. van : A. Marja