Citaten uit Fantasio van Alfred de Musset

Citaten 1 t/m 2 van 2.

  • Het is een hele wereld, die ieder in zich ronddraagt! Een ongekende wereld, die in stilte wordt geboren en sterft.
    Origineel: C'est tout un monde que chacun porte en lui! un monde ignoré qui naît et qui meurt en silence!
    Bron: Fantasio (1834) I, 2
    Alfred de Musset
    - +
    +6
  • Om nergens meer in te geloven, mijn vriend, moet je heel wat hebben gezien. Waar wil je dat ik naar toe ga? Kijk naar die oude uitgerookte stad; er zijn geen plekken, geen straten, geen stegen waar ik niet dertig keer heb rond gezworven; er zijn geen straatstenen waar ik niet mijn hakken aan gesleten heb, geen huizen waarvan ik niet weet van welk meisje of van welke oude vrouw het domme hoofd is dat zich eeuwig achter het raam aftekent; ik zou niet weten hoe ik een stap zet zonder over mijn stappen van gisteren te lopen; mijn lieve vriend, deze stad is nog niets vergeleken met mijn brein.
    Origineel: Ah ! pour être revenu de tout, mon ami, il faut être allé dans bien des endroits. [...] où veux-tu que j’aille ? Regarde cette vieille ville enfumée ; il n’y a pas de places, de rues, de ruelles où je n’aie rôdé trente fois ; il n’y a pas de pavés où je n’aie traîné ces talons usés, pas de maisons où je ne sache quelle est la fille ou la vieille femme dont la tête stupide se dessine éternellement à la fenêtre ; je ne saurais faire un pas sans marcher sur mes pas d’hier ; eh bien ! mon cher ami, cette ville n’est rien auprès de ma cervelle.
    Bron: Fantasio I, 2
    Alfred de Musset
    - +
    +2
De beste Fantasio van Alfred de Musset citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net.

Over Alfred de Musset

Louis Charles Alfred de Musset (Parijs, 11 december 1810 – aldaar, 2 mei 1857) was een Frans romantisch dichter, toneel- en romanschrijver.

Musset maakte sinds zijn zeventiende deel uit van het "cenacle", een groep kunstenaars en romantische schrijvers rond Charles Nodier, dankzij diens neef, Paul Foucher, die hem er introduceerde. Daar maakte Musset kennis met dichters en schrijvers zoals Victor Hugo, Alfred de Vigny, Prosper Mérimée en Sainte-Beuve.

Na zijn eerste verzenbundel richtte Musset zich op het theater. In 1830 bracht hij zijn eerste stuk, La Nuit vénitienne ou Les Noces de Laurette, op de planken. Dit stuk was geen succes. Mogelijk was er een oppositie tegen zijn stuk georganiseerd. Musset reageerde op een manier die tekenend is voor zijn karakter. Daar waar een ander schrijver, zich bewust van zijn genie, waarschijnlijk het publiek verder zou hebben bestookt met zijn stukken, gaf Musset het op, vervuld met afschuw door zijn
falen.

Medio 1833 begon Musset een stormachtige verhouding met de Franse schrijfster George Sand. De verhouding was gepassioneerd, maar eindigde abrupt in maart 1834 in Venetië. Deze op de klippen gelopen relatie betekende een klap voor Musset en gaf zijn genie een soort van pijnlijke rijpheid.
Het verbreken van de relatie had een blijvend effect op Musset: hij verloor zijn vrolijkheid en toonde gevoelens van wrangheid en desillusie, gevoelens die men in zijn werken terugvindt. Na de breuk had Musset enkele kortstondige verhoudingen en raakte hij verslaafd aan absint.
Die bitterheid vindt men terug in zijn misschien wel bekendste werken: in de toneelstukken uit de periode 1833-34 (Caprices de Marianne, Lorenzaccio, On ne badine pas avec l’amour) en in de vier grote gedichten van Les Nuits (1835-37), die een ware kroniek van zijn gevoelens vormen.

In de laatste jaren van zijn leven verslechterde de gezondheid van Musset. In 1852 werd hij gekozen in de Académie Française, maar gleed geleidelijk weg in eenzaamheid. Literair was hij over zijn hoogtepunt en lichamelijk was hij gesloopt. Het wonderkind van de Romantiek stierf op 46-jarige leeftijd te Parijs, toen al behoorlijk in de vergetelheid geraakt.

Bron Wikipedia