Blaise Pascal
Frans wis- en natuurkundige en filosoof
Leefde van: 1623 - 1662
Categorie: Filosofen | Wetenschappers Land: Frankrijk
Geboren: 19 juni 1623 Gestorven: 19 augustus 1662
Over Blaise Pascal
Pascal was de zoon van Étienne Pascal, belastingrechter in Clermont-Ferrand. Na de dood van diens vrouw, Antoinette Bégon, die overleed toen Pascal 4 jaar was, verkocht zijn vader zijn werk door aan zijn broer, zodat hij zich geheel aan de opvoeding van zijn kinderen kon wijden. Ze verhuisden in 1631 naar Parijs.
Vader Pascal onderwees zijn kinderen zelf. Al vroeg ontdekte hij daardoor de uitzonderlijke talenten van zijn zoon. Pascal had al ongeveer vanaf zijn 7e jaar een onstuitbare leergierigheid op het gebied van de wiskunde en de mechanica.
Pascal correspondeerde behalve met Fermat ook met Christiaan Huygens, Gottfried Leibniz en andere grote wiskundigen van de Gouden Eeuw. Hoewel Fermat en Pascal elkaar nooit persoonlijk hebben ontmoet, is hun samenwerking altijd positief geweest en stimuleerden ze elkaar om oplossingen voor steeds nieuwe vraagstukken te vinden.
Pascal is nooit getrouwd. Toen zijn twee jaar jongere zuster Jacqueline intrad in het klooster kreeg het geloof een grote betekenis voor hem. Door de controverse met de jezuïeten verdiepte Pascal zich in de theologie en nam het wetenschappelijk werk een minder belangrijke plaats in.
Pascal was van jongs af veel ziek en leed vaak aan hoofd- en kiespijn. Om die pijnen te vergeten dwong hij zich buitengewoon intensief werkzaam te zijn in de wetenschap en in de theologie. In de laatste jaren van zijn korte leven - hij werd slechts 39 - raakte hij meer en meer overtuigd van de waarheid van het christelijke geloof. Hij verkocht zijn goederen en hielp armen en zieken waarbij hij zelf heel eenvoudig leefde. Na zijn dood onderzocht men zijn lichaam en stelde een buitengewone compacte hersenmassa vast die tegen een verdikte fontanel drukte, wat zijn pijnen voor een deel verklaarde.
Bron Wikipedia
Bestel Blaise Pascal boeken bij bol.com:
Citaten 1 t/m 6 van 6.
-
Er is voldoende licht voor hen die slechts verlangen te zien, en voldoende duisternis voor hen die het tegenovergestelde willen.
Origineel:Il y a assez de lumière pour ceux qui ne désirent que de voir, et assez d'obscurité pour ceux qui ont une disposition contraire.
Pensées (1670) p. 430― Blaise Pascal -
Nieuwsgierigheid is slechts ijdelheid. Meestal willen we alleen maar iets weten om erover te kunnen praten.
Origineel:Curiosité n'est que vanité le plus souvent, on ne veut savoir que pour en parler.
― Blaise Pascal -
Wij stellen ons niet tevreden met het leven, dat wij in ons hebben, en met ons eigen wezen; wij willen in de gedachten van anderen een denkbeeldig leven leiden; en wij sloven ons daarvoor uit om anders te schijnen dan wij zijn.
Origineel:Nous ne nous contentons pas de la vie que nous avons en nous, et en notre propre être : nous voulons vivre dans l'idée des autres d'une vie imaginaire ; et nous nous efforçons pour cela de paraître. Nous travaillons incessamment à embellir et conserver cet être imaginaire, et négligeons le véritable.
Pensées XXIV― Blaise Pascal -
In het geloof zit voldoende licht voor degenen die willen geloven en voldoende schaduw om degenen die niet willen geloven te verblinden.
Origineel:Il y a assez de lumière pour ceux qui ne désirent que de voir et assez d’obscurité pour ceux qui ont une disposition contraire.
Pensées #430― Blaise Pascal -
Het is bijgelovigheid om zijn hoop in de formaliteiten te stellen, maar het is hoogmoed om er zich niet aan te willen onderwerpen.
Origineel:C'est être superstitieux de mettre son espérance dans les formalités, mais c'est être superbe de ne vouloir s'y soumettre.
Pensées #249― Blaise Pascal -
Wij zijn zo hoogmoedig dat wij zouden willen dat de hele wereld ons kent, zelfs de mensen die nog komen als wij er niet meer zijn. En wij zijn zo ijdel dat we al verheugd en tevreden zijn als vijf of zes in onze omgeving ons waarderen.
Origineel:Nous sommes si présomptueux, que nous voudrions être connus de toute la terre, et même des gens qui viendront quand nous ne serons plus; et nous sommes si vains, que l'estime de cinq -ou six personnes qui nous environnent, nous amuse et nous contente.
Pensées V― Blaise Pascal