Citaten uit Vitae Philosophorum van Diogenes Laërtius

  • De hebzucht is de moeder van alle kwaad.
  • Niet hij bezit zijn vermogen; zijn vermogen bezit hem.
  • Gemakkelijk is de weg naar de onderwereld; de mensen gaan die immers met de ogen dicht.
  • Niet zij die veel lezen, maar zij die nuttige dingen lezen, zijn serieus bezig.
  • Daarom hebben we twee oren en maar één mond, opdat we meer zouden luisteren en minder spreken.
  • Niets ontstaat uit niets.
  • Wat is hoop? De droom van iemand die wakker is.
+4

Citaten 1 t/m 10 van 22.

  • De hebzucht is de moeder van alle kwaad.
    Vitae Philosophorum 6, 2, 50
    Diogenes Laërtius
    - +
    +20
  • Grote kennis heeft nog geen inzicht.
    Vitae Philosophorum 9, 1
    Diogenes Laërtius
    - +
    +4
  • Niet hij bezit zijn vermogen; zijn vermogen bezit hem.
    Vitae Philosophorum 4, 3, 50
    Diogenes Laërtius
    - +
    +4
  • Kies het juiste ogenblik.
    Vitae Philosophorum 1, 79
    Diogenes Laërtius
    - +
    +3
  • Een levend wezen heeft als eerste impuls zichzelf in leven te houden.
    Vitae Philosophorum 7, 85
    Diogenes Laërtius
    - +
    +2
  • Gemakkelijk is de weg naar de onderwereld; de mensen gaan die immers met de ogen dicht.
    Vitae Philosophorum 4, 49
    Diogenes Laërtius
    - +
    +2
  • Begin kalmpjes aan; maar wat je begint, zet dat door.
    Vitae Philosophorum 1, 5, 87
    Diogenes Laërtius
    - +
    +1
  • Daarom hebben we twee oren en maar één mond, opdat we meer zouden luisteren en minder spreken.
    Vitae Philosophorum 7, 23
    Diogenes Laërtius
    - +
    +1
  • De wiskundigen bestuderen de zon en de maan maar zien niet wat zich vlak voor hun voeten bevindt.
    Vitae Philosophorum 6, 2, 28
    Diogenes Laërtius
    - +
    +1
  • Ga maar borg staan; spoedig komt de ellende op je af.
    Vitae Philosophorum 1, 6, 73
    Diogenes Laërtius
    - +
    +1
De beste Vitae Philosophorum van Diogenes Laërtius citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net.

Bekijk alle citaten van Diogenes Laërtius