Citaten uit Lof der Zotheid van Erasmus

Citaten 71 t/m 80 van 81.

  • Ik denk er zo over; zoveel mensen als er op aarde zijn, zoveel beelden bestaan er van mij want iedereen is, of hij wil of niet, een toonbeeld van zotheid.
    Bron: Lof der Zotheid (1511)
    Erasmus
    - +
    +1
  • Ik weet dat moeder Natuur niet alleen aan ieder mens afzonderlijk een flinke dosis eigendunk heeft meegegeven, maar dat ze ook iedere natie en stad een collectief chauvinisme heeft ingeplant.
    Bron: Lof der Zotheid (1511)
    Erasmus
    - +
    +1
  • Troon een filosoof mee naar het theater; hij zal door zijn verveelde gezicht het genoegen van de andere toeschouwers volkomen bederven.
    Bron: Lof der Zotheid (1511)
    Erasmus
    - +
    +1
  • Vrouwen hebben vooral daarom een zwak voor de geestelijke stand, omdat ze bij deze hun hart kunnen luchten over haar echtgenoten.
    Bron: Lof der Zotheid (1511)
    Erasmus
    - +
    +1
  • Wanneer een vrouw soms eens op het onzalige idee komt om voor wijs door te gaan, dan bewijst zij daarmee slechts dubbel zot te zijn.
    Bron: Lof der Zotheid (1511)
    Erasmus
    - +
    +1
  • Een vrouw blijft een vrouw en dus een dwaas schepsel, welke rol zij ook tracht te spelen.
    Bron: Lof der Zotheid (1511)
    Erasmus
    - +
     0
  • Gij zult van mij een lofrede horen, maar niet op helden of op wijzen, doch op mij zelf; de dwaasheid.
    Bron: Lof der Zotheid (1511)
    Erasmus
    - +
     0
  • Het merkwaardige is dat vorsten van hun narren niet slechts met het grootste genoegen de waarheid, maar zelfs de meest openhartige aantijgingen aanhoren.
    Bron: Lof der Zotheid (1511)
    Erasmus
    - +
     0
  • Ik ben gewonnen uit zulk een vrije liefde, die mijn vriend Homerus zo vaak beschrijft.
    Bron: Lof der Zotheid (1511)
    Erasmus
    - +
     0
  • Ik ben op de gewone manier op de wereld gekomen en niet als die humeurige Pallas uit het hoofd van haar vader.
    Bron: Lof der Zotheid (1511)
    Erasmus
    - +
     0
De beste Lof der Zotheid van Erasmus citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net. (pagina 8)

Over Erasmus

De geleerdste humanist van zijn tijd. Erasmus is geboren uit een onwettige verbintenis en werd vernoemd naar de heilige Erasmus (of Herasmus, een van de veertien noodhelpers). De naam Desiderius nam hij in 1496 zelf erbij aan. Hij ging naar school in Gouda en Deventer. Na de dood van zijn moeder ging hij naar de school in Den Bosch en woonde aldaar in het fraterhuis van de Broeders des Gemenen Levens. In 1487 trad hij in het klooster Steyn bij Gouda, alwaar hij met de studie van de Latijnse klassieken begon.
Na zijn priesterwijding in 1492, zegde hij het kloosterleven vaarwel en werd secretaris van de bisschop van Kamerijk en vergezelde hem op diens reizen.
Een reis naar Engeland (1499) bracht hem in aanraking met geleerden als de kanselier Thomas More en de graecus John Colet. In 1500 publiceerde hij de Adagia, een verzameling Latijnse spreekwoorden, waarmee hij terstond naam maakte. Zijn "Enchiridion militis christiani" (1503) geeft blijk van zijn opvattingen over het christendom, waarbij Christus niet als de verzoener, maar als de hemelse leermeester wordt gezien.
Hierna volgde een periode van veel reizen. Verder beroemde werken zijn: "Laus stultitiae of Moriae encomium" (Lof der zotheid), een satire op maatschappelijke en kerkelijke misstanden en domheden, "Novum instrumentum omne" (1516), "De libero arbitrio diatribe" (1524) betrof de kern van het theologisch geschil in die dagen.
Ondanks dat hij zich afzette tegen de reformatie heeft hij grote invloed gehad op het vrijzinnig protestantisme van de 19de eeuw.