Over Erasmus
De geleerdste humanist van zijn tijd. Erasmus is geboren uit een onwettige verbintenis en werd vernoemd naar de heilige Erasmus (of Herasmus, een van de veertien noodhelpers). De naam Desiderius nam hij in 1496 zelf erbij aan. Hij ging naar school in Gouda en Deventer. Na de dood van zijn moeder ging hij naar de school in Den Bosch en woonde aldaar in het fraterhuis van de Broeders des Gemenen Levens. In 1487 trad hij in het klooster Steyn bij Gouda, alwaar hij met de studie van de Latijnse klassieken begon.
Na zijn priesterwijding in 1492, zegde hij het kloosterleven vaarwel en werd secretaris van de bisschop van Kamerijk en vergezelde hem op diens reizen.
Een reis naar Engeland (1499) bracht hem in aanraking met geleerden als de kanselier Thomas More en de graecus John Colet. In 1500 publiceerde hij de Adagia, een verzameling Latijnse spreekwoorden, waarmee hij terstond naam maakte. Zijn "Enchiridion militis christiani" (1503) geeft blijk van zijn opvattingen over het christendom, waarbij Christus niet als de verzoener, maar als de hemelse leermeester wordt gezien.
Hierna volgde een periode van veel reizen. Verder beroemde werken zijn: "Laus stultitiae of Moriae encomium" (Lof der zotheid), een satire op maatschappelijke en kerkelijke misstanden en domheden, "Novum instrumentum omne" (1516), "De libero arbitrio diatribe" (1524) betrof de kern van het theologisch geschil in die dagen.
Ondanks dat hij zich afzette tegen de reformatie heeft hij grote invloed gehad op het vrijzinnig protestantisme van de 19de eeuw.
Bestel Erasmus boeken bij bol.com:
Citaten 1 t/m 3 van 3.
-
Ik zal u vertellen waarom ik hier voor u sta met op het hoofd een zotskap, een ongewone dracht voor redenaars.
Lof der Zotheid (1511)― Erasmus -
Verwekt soms een van de lichaamsdelen, die als fatsoenlijk gelden, zoals hoofd en mond, borst, hand of oor de kindertjes van mensen en goden? Neen zou ik menen. Maar uit dat komieke, rare ding, waarover niet gesproken wordt zonder in de lach te schieten, komen alle mensen voort.
― Erasmus -
Ik ben op de gewone manier op de wereld gekomen en niet als die humeurige Pallas uit het hoofd van haar vader.
Lof der Zotheid (1511)― Erasmus