Citaten uit Bint van Ferdinand Bordewijk

  • De mensheid maakt haar tijden, het individu doet wat zijn tijd van hem eist.
  • Het individu had slechts één belang voor de Staat, zijn staatsgevaarlijkheid. Dan zag de Staat in hem een mens. Mens was voor de Staat gelijk aan vijand.
  • Ik ben hoogst modern. De tijd is voorbij van gemoedelijkheid, van verbroedering. Dit geslacht is té bandeloos.
  • Rotterdam vind ik ónze stad. Juist omdat ze niet speciaal Nederlands is. Amsterdam is onze nationale stad, Rotterdam onze internationale. Ik voel voor het internationale, daarom voel ik voor deze stad.
  • In de fabrieken kon men nog lang oud blijven, zeker, maar men bleef er niet lang jong.
  • Jullie wilt oorlog. Het zal oorlog tussen ons zijn, zonder ophouden, het hele schooljaar door.
  • Wij misbruiken onze taal steeds roekelozer. Wij prostitueren haar. Prostitutie is zedenbederf. Aan zedenbederf gaat een volk onder. Wij zijn op de helling. Als wij ons niet weten af te werken van de helling gaan wij onder aan onze taal, met onze taal.
  • De mens is een onoverzichtelijk geheel, daarom stellen we ons tevreden met enkele facetten. Hadden we maar de ogen van een vlieg, die alle kanten tegelijk uitkijken.
  • Ik eis van de leraar dat hij zich niet inleeft in het kind, dat hij niet daalt. Ik eis van het kind dat het zich inleeft in de leraar, dat het klimt. Ik eis dat het zich inleeft in tien leraren. Ik eis dat het tienmaal gehoorzaamheid zal kennen, tienmaal tucht, dat het door tien volwassenen zal word
  • Wie de stem van meneer de Gijs even hoorde kon zich niet voorstellen dat hij ooit honger zou kunnen lijden, want hij had een aardappel in zijn keel
  • Jullie bent te groot voor iets kinderachtigs. Daarom, ik beschouw dit als vijandschap, twee stellige blijken van vijandschap. Jullie wilt oorlog. Het zal oorlog tussen ons zijn, zonder ophouden, het hele schooljaar door...
+8

Citaten 1 t/m 6 van 6.

  • Ik ben hoogst modern. De tijd is voorbij van gemoedelijkheid, van verbroedering. Dit geslacht is té bandeloos.
    Bint
    Ferdinand Bordewijk
    - +
    +5
  • Jullie wilt oorlog. Het zal oorlog tussen ons zijn, zonder ophouden, het hele schooljaar door.
    Bint
    Ferdinand Bordewijk
    - +
    +4
  • Wij misbruiken onze taal steeds roekelozer. Wij prostitueren haar. Prostitutie is zedenbederf. Aan zedenbederf gaat een volk onder. Wij zijn op de helling. Als wij ons niet weten af te werken van de helling gaan wij onder aan onze taal, met onze taal.
    Bint (1949) p.99
    Ferdinand Bordewijk
    - +
    +4
  • Ik eis van de leraar dat hij zich niet inleeft in het kind, dat hij niet daalt. Ik eis van het kind dat het zich inleeft in de leraar, dat het klimt. Ik eis dat het zich inleeft in tien leraren. Ik eis dat het tienmaal gehoorzaamheid zal kennen, tienmaal tucht, dat het door tien volwassenen zal worden getuchtigd.
    Bint (1949)
    Ferdinand Bordewijk
    - +
    +3
  • Mijn buurman heeft een grammofoon met jazzplaten, negerjazz. Ik luister altijd. Het is niet mooi, het is meer. Het is hortend, verscheurd, oer. Zo moet onze taal wezen. De welsprekendheid van de dood.
    Bint (1949) p.100
    Ferdinand Bordewijk
    - +
    +3
  • Jullie bent te groot voor iets kinderachtigs. Daarom, ik beschouw dit als vijandschap, twee stellige blijken van vijandschap. Jullie wilt oorlog. Het zal oorlog tussen ons zijn, zonder ophouden, het hele schooljaar door...
    Bint (1949)
    Ferdinand Bordewijk
    - +
    -2
De beste Bint van Ferdinand Bordewijk citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net.

Bekijk alle citaten van Ferdinand Bordewijk

Boeken van Ferdinand Bordewijk: