Citaten uit Mein Wort über das Drama van Friedrich Hebbel

  • Te weten dat hij dom is, dat is de hoogste wijsheid van de domme.
  • Er is vaak meer moed nodig om van mening te veranderen dan er trouw aan te blijven.
  • De meeste mensen zouden woedend zijn als ze te horen kregen dat hun vader een crimineel was. Maar ze zijn trots als ze erachter komen dat hun overgrootvader een piraat was.
  • De hond is het zesde zintuig van de mens.
  • Een utopist ziet het paradijs, een realist het paradijs plus slang.
  • Alleen in de traan van verdriet wordt de regenboog van een betere wereld weerspiegeld.
  • De moeilijkst te overwinnen bergen die men in het leven tegenkomt, bestaan altijd uit zandkorrels.
  • Het stokpaard is het enige paard dat over elke afgrond draagt.
  • Een koning heeft er minder recht op een individu te zijn dan ieder ander.
  • Het oog is het punt waar ziel en lichaam zich vermengen.
  • Er zijn ook spiegels waarin je kunt zien wat er ontbreekt.
  • Woorden zijn lantaarns: zet er een lamp in en ze geven een mooie gloed.
  • Wanneer de ene filosoof een licht ziet, is het altijd een schaduw voor de andere.
  • Twee mensen zijn altijd twee uitersten.
  • Hoe dan ook, het is beter een vierkant Iets te zijn geweest, dan een rond Niets.
  • Op arbeid en activiteit zij al het streven gericht. Voor het genot zorgt de natuur.
  • Tot medelijden gaf de natuur velen het talent, tot medevreugde weinigen.
  • Mensen helpen liever degenen die hun hulp niet nodig hebben dan degenen die ze nodig hebben.
  • Onze tijd is een parodie op alle voorgaande.
  • De mensen helpen liever degene, die hun hulp niet nodig heeft, dan hem die deze behoeft.
+17

Citaten 1 t/m 1 van 1.

  • Alle kunst berust op de diepste ernst.
    Origineel: Alle Kunst ruht auf dem tiefsten Ernste.
    Mein Wort über das Drama
    Friedrich Hebbel
    - +
    -1
De beste Mein Wort über das Drama van Friedrich Hebbel citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net.

Bekijk alle citaten van Friedrich Hebbel

Boeken van Friedrich Hebbel: