G. J. P. J. Bolland
Nederlands taalkundige en filosoof
Leefde van: 1854 - 1922
Categorie: Filosofen Land: Nederland
Geboren: 9 juni 1854 Gestorven: 11 februari 1922
Over G. J. P. J. Bolland
Bolland werd geboren in Groningen en kwam uit een eenvoudig katholiek gezin. Na het autodidactisch behalen van een baan als onderwijzer te Katwijk aan Zee en daarna leraar Engels en Duits in Batavia, solliciteerde Bolland in 1896 met succes naar de vrijgekomen positie van hoogleraar filosofie aan de universiteit van Leiden. In deze functie was hij verantwoordelijk voor de revival van het hegelianisme rond 1900 in Nederland, door het geven van de meest populaire colleges toentertijd.
Hij wist de filosofie van Hegel in Nederland te doen herleven. Hij verzorgde onder meer een nieuwe uitgave van de werken van Hegel, en heeft daarmee de belangstelling voor de wijsbegeerte in Nederland in belangrijke mate gestimuleerd. Zijn hantering van de Nederlandse taal is zeer karakteristiek; zijn ‘kameelzinnen’ en het ‘hollands-bollands’ in het algemeen werden door de lingusst-filosoof J.A. Drr Mouw scherp bekritiseerd. De Nederlandse dichter-zanger Koos Speenhoff schreef nog een zeer vermakelijk gedicht over hem.
Bron Wikipedia
Bestel G. J. P. J. Bolland boeken bij bol.com:
Citaten 1 t/m 5 van 5.
-
Aan de natuurkennis onzer dagen is de waan te schande geworden, dat kennis van waarneembaarheid zonder leer van de rede die waarneembaarheid ‘verklaren’ kan.
― G. J. P. J. Bolland -
Eere, wien eere toekomt. Groot is de geest van Hegel, - maar in 1900-1910 spreekt zuivere rede Hollandsch en Bollandsch.
― G. J. P. J. Bolland -
In verstandig denken stelt men zich voor, dat iets tot staan en bestaan is gekomen, een verstaanbare bestaanswaan des verstands, doch niet gedachte van zuivere rede.
― G. J. P. J. Bolland -
Gemoed, verstand en rede verhouden zich als individueele gewaarwording, zakelijke opneming en een wederkeerig vernemen.
― G. J. P. J. Bolland -
Het tot rede gebrachte verstand en het positief wetenschappelijk verstand verhouden zich als het verstand, dat weet en het verstand, dat niet weet, wat het zegt.
― G. J. P. J. Bolland