Ilias - Homerus
De Ilias (Oudgrieks: u1f38u03bbu03b9u03acu03c2) is een vroeg-Grieks epos dat toegeschreven wordt aan de dichter Homerus, hoewel geleerden het erover eens zijn dat deze vorm van po%Ebzie waarschijnlijk eerst mondeling overgedragen werd en pas later op schrift gesteld. De titel is ontleend aan Ilios of Ilion (u1f3cu03bbu03b9u03bfu03bd), de oude, Griekse naam voor Troje, een stad die was gesitueerd in Klein-Azi%Eb aan de noordwestkust van Anatoli%Eb. De Ilias vertelt over de wrok van Achilles en beschrijft slechts een korte episode van het einde van de Trojaanse Oorlog, die volgens de overlevering tien jaar geduurd heeft. Het is dan ook een misvatting te denken dat de Ilias de gehele Trojaanse Oorlog beschrijft. Uiteindelijk wordt de stad Troje, met behulp van het beroemde Paard van Troje, door de Grieken ingenomen. Hierover wordt echter in de Ilias niets verteld, wel in de Odyssee. Het bekende verhaal van het Trojaanse paard werd beschreven door de Romeinse dichter Vergilius.
Bestel dit boek bij bol.com
Citaten 1 t/m 10 van 27.
-
De slaap is de tweelingbroer van de dood.
Ilias― Homerus -
Mannen die hun tranen de vrije loop laten hebben een nobel karakter.
Ilias 1, 349― Homerus -
De dag zal komen, waarop het heilige Troje ten onder gaat.
Ilias 6, 448― Homerus -
Wendbaar is de tong van de stervelingen, talrijk daarin de woorden.
Ilias 20, 248― Homerus -
Op de drempel van de ouderdom.
Ilias 22, 60― Homerus -
Aannemen durfden ze het niet, maar schaamte verbood hen te weigeren.
Ilias 7, 93― Homerus -
Een snelle vlucht is eervoller dan te buigen voor het juk van de bezetter.
Ilias― Homerus -
Want gehaat is die man bij mij als de poorten van Hades, die het ene in zijn hart verbergt en het andere zegt.
Ilias 9, 312― Homerus -
Wie kaatst moet de bal vangen.
Ilias 20, 250― Homerus -
Wie zegt al wat hij wil, krijgt te horen wat hij niet wil.
Ilias 20, 250― Homerus