Odyssee - Homerus
De Odyssee is een episch dichtwerk van de Griekse dichter Homeros, die daarnaast ook de Ilias schreef. Het werk is waarschijnlijk rond 800 v.Chr. opgeschreven. De ca. 12.000 versregels zijn ingedeeld in 24 boeken. Het epos gaat voor een belangrijk deel over de zwerftocht van de held Odysseus na afloop van de Trojaanse Oorlog en zijn thuiskomst op het eiland Ithaka. Het is een gedicht in dactylische hexameters.
Bestel dit boek bij bol.com
Citaten 1 t/m 10 van 16.
-
Soort zoekt soort.
Odyssee 17, 218― Homerus -
Vertel ons, waarom ge zo weent en uw binnenste rouw draagt
als gij verneemt welk lot de Argiven bij Troje zo hard trof.
Want het is toch het werk van de goden, zij berok'nen
de mens dit verderf, opdat het voortleeft in het lied der toekomst.Odyssee― Homerus -
Het zwaard trekt vanzelf een man aan.
Odyssee 16, 294― Homerus -
De zon ging onder en alle wegen werden in duister gehuld.
Odyssee 2, 388― Homerus -
Dicht tot hen nadert immers reeds de dag van het noodlot.
Odyssee 16, 280― Homerus -
Een kleine gave, maar met liefde gegeven.
Odyssee 6, 208― Homerus -
Liever zou ik, levend op het land, dagloner willen zijn bij een ander man zonder bezit, die maar een pover bestaan leidt, dan over alle schimmen in het dodenrijk heersen.
Odyssee 11, 498― Homerus -
Niets zwakkers op aarde dan de mens.
Odyssee― Homerus -
Ouderdom en dood, die nu eenmaal 's mensen lot zijn.
Odyssee 13, 59― Homerus -
Bezing het vervaardigen van het houten paard.
Odyssee 8, 492― Homerus