Citaten van Jean de la Bruyère met geheim

Jean de la Bruyère

Jean de la Bruyère

Frans schrijver

Leefde van: 1645 - 1696

Categorie: Schrijvers (Hedendaags) Land: FlagFrankrijk

Geboren: 16 augustus 1645 Gestorven: 10 mei 1696

Over Jean de la Bruyère

Lang werd gedacht dat La Bruyère geboren werd in de buurt van Dourdan. Uit zijn doopakte blijkt dat hij de dag na zijn geboorte gedoopt werd op het Île de la Cité te Parijs. Hij was de oudste zoon van Louis de La Bruyère, financieel inspecteur op het stadhuis van Parijs. Zijn grootvader Mathias de La Bruyère speelde als burgerlijk luitenant een actieve rol tijdens de Ligue.

De jonge La Bruyère kreeg waarschijnlijk zijn opleiding bij de oratorianen in de Franse hoofdstad. Daarna studeerde hij rechten aan de universiteit van Orléans. Hij keerde terug naar Parijs en schreef er zich in aan de balie. Hij pleitte er echter weinig en werd na verloop van tijd benoemd tot trésorier générale de France (algemeen staatsontvanger) in de Normandische stad Caen. Dit ambt oefende hij slechts een korte tijd uit.

Na een twee mislukte pogingen werd La Bruyère in 1693 uiteindelijk toch verkozen tot lid van de Académie française waar de Strijd tussen de Klassieken en de Modernen hevig woedde. In zijn inhuldigingsrede op 15 juni 1693 trok La Bruyère, die voorgedragen was door de Ouden, fel van leer tegen de Modernen die op dat moment de bovenhand hadden genomen. De controverse die zijn toespraak uitlokte zorgde ervoor dat de academie besloot een nieuw artikel aan haar statuten toe te voegen waarin de ingehuldigde verplicht werd zijn toespraak vooraf te laten beoordelen door een commissie van academici.

La Bruyère stierf in 1696 op 50-jarige leeftijd, officieel aan de gevolgen van een beroerte. Na zijn onverwachte dood ontstonden er geruchten dat hij zou gestorven zijn door vergiftiging. Een bewijs hiervoor werd nooit gevonden.

Bron Wikipedia

  • Men spreekt in de conversatie op onstuimige wijze, dikwijls uit ijdelheid of uit luim, zelden met genoeg aandacht. Geheel in beslag genomen als men is door de wens, te antwoorden op hetgeen waar men niet naar luistert, volgt men zijn eigen gedachtengang, en men zet die uiteen zonder enigszins acht t
  • Er zijn dingen waarbij middelmatigheid onverdraaglijk is: poëzie, muziek, schilderkunst en spreken in het openbaar.
  • Al wekt de beleefdheid niet steeds tot goedheid, billijkheid, inschikkelijkheid, en dankbaarheid, zij heeft er tenminste het uiterlijk van en doet de mens uiterlijk voorkomen zoals hij innerlijk moest zijn.
  • Alles is al gezegd en men komt rijkelijk te laat nu er al ruim 7000 jaar mensen bestaan, die bovendien nog denken ook.
  • Het plezier van kritiek berooft ons van het genot diep geraakt te worden door mooie dingen.
  • Valse bescheidenheid is de uiterste verfijning van de ijdelheid.
  • Een zelfde ding is dikwijls in de mond van een man van geest een onbevangenheid of een kwinkslag, en in die van een dwaas een dwaasheid.
  • Het volk heeft geen verstand en de hoge heren geen hart... Als ik moet kiezen, zou ik zonder aarzeling bij het volk willen horen.
  • Mannen en vrouwen zijn het zelden eens over de verdienste van een vrouw: hun belangen verschillen te veel.
  • Hoe komt het, dat men in de schouwburg zo ongedwongen lacht, en dat men zich schaamt er te huilen?
  • Elke schrijver, om duidelijk te kunnen schrijven, moet zichzelf in zijn lezers verplaatsen.
  • Een boek maken is een ambacht, als klokken maken.
  • Al de slechte karakters waarvan de wereld vol is, niet te kunnen verdragen, is niet een erg beste karaktertrek: in het verkeer zijn zowel kleingeld als goudstukken nodig.
  • Door de onmogelijkheid te bewijzen dat God niet bestaat, ontdekte ik het bestaan ervan.
  • Als een boek uw geest verheft en u edele en moedige gevoelens ingeeft, zoek dan geen andere maatstaf: het boek is goed en met kundige hand geschreven.
  • Het fijnste genoegen is anderen genoegen te doen.
+13

Citaten 1 t/m 4 van 4.

  • Men vertrouwt zijn geheim toe in de vriendschap, maar het ontsnapt ons in de liefde.
    Origineel: L'on confie son secret dans l'amitié; mais il échappe dans l'amour.
    Les Caractères (1688) Du cœur, 26 (IV)
    Jean de la Bruyère
    - +
    +17
  • Een man blijft een andermans geheim meer getrouw dan zijn eigen; een vrouw daarentegen bewaart beter haar eigen geheim dan dat van een ander.
    Origineel: Un homme est plus fidèle au secret d’autrui qu’au sien propre ; une femme, au contraire, garde mieux son secret que celui d’autrui.
    Les Caractères (1688) Des femmes, 57 (VII)
    Jean de La Bruyère
    - +
    +7
  • Iedere onthulling van een geheim is de schuld van hem, die het heeft toevertrouwd.
    Origineel: Toute révélation d'un secret est la faute de celui qui l'a confié.
    Les Caractères (1688) V, 81
    Jean de la Bruyère
    - +
    +2
  • Men heeft reeds teveel van zijn geheim verteld aan hem, tegenover wie men meent één bijzonderheid te moeten verzwijgen.
    Origineel: On a déjà trop dit de son secret à celui à qui l’on croit devoir en dérober une circonstance.
    Les Caractères (1688) De la Société et de la Conversation, 80 (IV)
    Jean de la Bruyère
    - +
    +1
De beste Jean de la Bruyère met geheim citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net.