John Stuart Mill
Engels econoom
Leefde van: 1806 - 1873
Categorie: Economie en ondernemers Land: Verenigd Koninkrijk
Geboren: 20 mei 1806 Gestorven: 8 mei 1873
Over John Stuart Mill
John Stuart Mill (Pentonville, 20 mei 1806 – Avignon, 8 mei 1873) was een Engels filosoof en econoom.
Zijn vader onderwees hem. Hij kreeg een strenge opvoeding en werd nadrukkelijk afgeschermd van andere jongens van zijn leeftijd. Zijn vader, een navolger van Bentham, had als zijn specifieke doel om een geniaal intellect te creëren dat de doelen en uitvoering van het utilisme zou doen verder leven na de dood van Bentham en hemzelf.
Tegen de tijd dat hij drie was kon hij het Griekse alfabet opzeggen, en toen hij acht werd had hij Aesopus' 'Fabels' gelezen en wist hij van Plato.
In 1818 begon hij aan een studie logica en het jaar erop politieke economie.
Hij was een voorstander van het utilitarisme, de ethische theorie die voorgesteld werd door zijn peetoom Jeremy Bentham. Zijn eigen versie hiervan beschreef hij in het werk Utilitarianism, de leer die beweert dat nut het hoogste goed is en dat dit het beslissende kenmerk van het juiste gedrag zou moeten zijn.
Zijn Principles of Political Economy (1848) werd een van de belangrijkste referentiewerken op het gebied van economie, en was tot in 1919 het standaard tekstboek van de opleiding economie aan Oxford University.
In 1869 publiceerde hij Subjection of Women, waarin hij de vrouwenrechten verdedigde. Hij was toen al vier jaar lid van het parlement, waar hij eveneens ijverde voor het vrouwenkiesrecht en de vooruitstrevende liberalen steunde. Zijn vrouw Harriet Taylor Mill, die in 1858 stierf, zou het boek geschreven hebben, maar op haar naam mocht het niet worden uitgegeven. Tot op de dag van vandaag staat het boek officieel op naam van John Stuart Mill.
Bron Wikipedia
Bestel John Stuart Mill boeken bij bol.com:
Citaten 1 t/m 2 van 2.
-
Individuele vrijheid moet in zoverre zijn grenzen kennen: het individu mag niet tot overlast voor anderen zijn.
Origineel:The liberty of the individual must be thus far limited; he must not make himself a nuisance to other people.
On liberty (1859) ch.3― John Stuart Mill -
De enige vrijheid die die naam verdient, is het proberen te verhogen van ons eigen welzijn op onze eigen manier, zolang we niet proberen die van anderen te ontnemen of hun pogingen belemmeren het te verkrijgen.
Origineel:The only freedom which deserves the name, is that of pursuing our own good in our own way, so long as we do not attempt to deprive others of theirs, or impede their efforts to obtain it.
On Liberty (1859) ch.1― John Stuart Mill