Citaten uit Van de afgrond en de luchtmens van Lucebert

  • Alles van waarde is weerloos.
  • Schoonheid treft de mens met het besef een broodkruimel te zijn op de rok van het Universum.
  • In deze tijd heeft wat men altijd noemde, 
Schoonheid haar gezicht verbrand.
  • Geluk is de verleden tijd herlevend door de dromen in een onhoorbare branding van beelden.
  • Wie wil stralen, die moet branden.
  • Dichters hebben geen tijd voor grapjes, ze maken ernst met zelfs de meest frivole zaken.
  • Het beeld is het bed waarin de ruimte van te ruim zijn tot rust komt.
  • Vroeger zweefden de dichters, nu zweten ze alleen maar.
  • De dichter hij eet de tijd op
de beleefde tijd
de toekomende tijd.
  • Ik ben de stem die geen stem geeft aan wat al reeds stem heeft maar die op de een pijnlijk zwijgen het wonderbeeld van een woord legt.
  • Alleen die in zijn engte de elementen telde 
buigend bevend als geselslagen geeft het laatste geluid: 
het lied heeft het eeuwige leven.
  • Ik tracht op poëtische wijze
dat wil zeggen
eenvouds verlichte waters
de ruimte van het volledig leven
tot uitdrukking te brengen.
  • Toen de mensen nog niet bestonden waren er al wormen om ze op te vreten.
  • Er is een grote norse neger in mij neergedaald
die van binnen dingen doet die niemand ziet
ook ik niet want donker is het daar en zwart.
  • Wie niets meer voelt, moet maar weer eens horen.
  • Geef geen tekens mijn
heer maar
hiernamaals en nogmaals
geef ons de volle borst van bessie smith.
+13

Citaten 1 t/m 1 van 1.

  • Alleen die in zijn engte de elementen telde
    buigend bevend als geselslagen geeft het laatste geluid:
    het lied heeft het eeuwige leven.
    Van de afgrond en de luchtmens (1953)
    Lucebert
    - +
    +4
De beste Van de afgrond en de luchtmens van Lucebert citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net.

Bekijk alle citaten van Lucebert

Boeken van Lucebert: