Mencius
Chinees wijsgeer
Leefde van: 372 v. Chr. - 289 v. Chr.
Over Mencius
Mencius (latinisering van Mengzi (Meester Meng); traditioneel: 372 v.Chr.-289 v.Chr.) was een Chinese wijsgeer tijdens de Periode van de Strijdende Staten en wordt sinds de 12e eeuw beschouwd als de belangrijkste confucianistische denker na Confucius zelf.
Hij benadrukte de oorspronkelijke goedheid van de menselijke natuur en de invloed die uitwendige factoren konden hebben op de ontwikkeling daarvan. Hij systematiseerde de confucianistische deugdenleer tot vier hoofddeugden, (mede)menselijkheid, plichtsbetrachting, ceremonieel gedrag en inzicht. In zijn staatsleer stelde hij dat heersers een constante zorg voor het volk dienden te hebben door het voeren van een 'humane' politiek. Zijn uitspraken zijn bewaard gebleven in De Mencius.
Bron Wikipedia
Citaten 1 t/m 5 van 5.
-
Aanhoudende tegenspoed leert de mensen zich te verbeteren, en het ongeluk vergroot hun krachten.
― Mencius -
Het pad van de plicht is nabij en de mensen zoeken het in de verte. Het werk van de plicht is gemakkelijk en de mensen zoeken het in het moeilijke.
― Mencius -
In goede tijden zijn de mensen over het algemeen goed; in kwade tijden zijn ze veelal slecht.
― Mencius -
De eerzaamste mensen van het gehele dorp zijn vaak een pest voor de deugd.
― Mencius -
Slechts mensen die niet bekwaam zijn om bepaalde daden te stellen, zijn bekwaam om dingen te doen die belangrijk zijn.
― Mencius