Citaten 1941 t/m 1950 van 2319.
-
Hoe hoog men stijge in maat of toon, het treurspel spant alleen de kroon.
Tristia 2, 381 -
Hoe meer ik leer, hoe meer ik zie hoe alleen een goede basis in de jeugd geluk kan brengen in de late dagen.
Origineel:Je mehr ich lerne, desto mehr sehe ich ein, wie nur eine gute Grundlage in der Jugend das Glück der späten Tage hervorrufen kann.
-
Hoe menigh vader lijdt in zijnen zoone alleen?
Faëton 1265 -
Hoe vele redenaars schijnen alleen maar te spreken om te bewijzen dat zij beter deden te zwijgen!
Origineel:Combien d'orateurs semblent ne parler que pour prouver qu'ils devraient se taire!
Bluettes et boutades p.81 -
Hoeveel lichten hebben het alleen aan hun kandelaar te danken dat je ze ziet!
Origineel:Wie viele Lichter verdanken nur ihrem Leuchter, daß man sie sieht!
Tagebücher 1-7-1836 -
Hoevelen zouden niet ter kerke gaan, als alleen God hen daar zag.
Origineel:Que de gens n'iraient pas à l'église si Dieu seul les y voyait!
Boutades in Musée de familles Volume 26, p.144 -
Ieder mens heeft zijn goede zijden. Men moet alleen over de slechte heen zien.
Origineel:Jeder Mensch hat seine gute Seiten. Man muss nur die schlechten umblättern.
-
Ieder vecht zijn strijd alleen.
Origineel:Es kämpft jeder seine Schlacht allein.
Die Jungfrau von Orleans. Eine romantische Tragödie (1801) 2. Akt, 1. Auftritt, Lionel -
Iedereen die werkt, is een dwaas. Ik werk niet; Ik dring mijzelf alleen maar op aan het publiek.
Origineel:Anyone who works is a fool. I don't work; I merely inflict myself upon the public.
Films and Filming (1961) vol. 8 -
Ik beken het vrijuit, ik geloof in de realiteit van onzelfzuchtige liefde. Ik ben verloren als dit niet bestaat; Ik geef goddelijkheid, onsterfelijkheid en deugd op. Ik zal geen enkel bewijs meer hebben van deze hoop als ik niet meer in de liefde geloof. Een geest die alleen van zichzelf houdt, is een zwevend atoom in een enorme lege ruimte.
Origineel:Ich bekenne es freimütig, ich glaube an die Wirklichkeit einer uneigennützigen Liebe. Ich bin verloren, wenn sie nicht ist; ich gebe die Gottheit auf, die Unsterblichkeit und die Tugend. Ich habe keinen Beweis für diese Hoffnungen mehr übrig, wenn ich aufhöre an die Liebe zu glauben. Ein Geist, der sich allein liebt, ist ein schwimmendes Atom im unermeßlich leeen Raum.
Theoretische Schriften Philosophische Briefe. Entstanden Anfang und Mitte der 80er Jahre
De beste alléén citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net. (pagina 195)