Citaten 331 t/m 340 van 351.
-
Zijt meester van de taal, gij zijt meester van het gemoed.
-
Zijt op een gastmaal stil en zedig in uw praat,
opdat gij daar, voor heus, niet voor een snapper gaat.Origineel:Inter convivas fac sis sermone modestus; ne dieare loquax, dum vis urbanus haberi.
-
Zijt reeds nu gedachtig aan de komende ouderdom; zo zult gij geen ogenblik ongebruikt laten voorbijgaan.
Ars amatoria 3, 59 -
Zoudt gij menen, dat politiek beheerst wordt door een wet van andere soort, dan die de plooien van uw kleed regeert?
Vorstenschool (1883) -
Aalmoezen geven betekent zondigen, als gij het uitbazuint.
-
Denk nooit dat gij de waarheid vasthebt. Het is telkens een nieuwe leugen. Kies er de mooiste uit, de rijkste, de volste, en houd u er aan.
-
Hoe meer gij van uzelf houdt, des temeer zijt gij uw eigen vijand.
Origineel:Je mehr du dich selbst liebst, je mehr bist du dein eigener Feind.
Aphorismen (1911) -
In overvloed, natuur, verschaft gij brood,
gij mensen alleen maakt hongersnood.Origineel:Du schaffst, Natur, Im Überflusse Brot; Ihr Menschen nur Schafft Hungersnot.
Gedichte (1827) Gnome -
Leer ontberen, opdat gij niets ontbeert.
Origineel:Damit du nichts entbehrst: Entbehre!
Epigramme 4, 51 -
Om geestlijk hoog te staan moet ge u niet ontlijven; als gij de stam verwoest, waar moet de roos dan blijven?
Origineel:Dich zu vergeistigen darfïst du dich nicht entleiben; wenn du den Stock zerstörst, wo soll die Rose bleiben?
Die Weisheit des Brahmanen 20, 52
De beste gij citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net. (pagina 34)