Citaten 1821 t/m 1830 van 2618.
-
Naar goede raad luisteren, de slechtste raad die men kan opvolgen.
-
Naar mijn weten heeft men voor een criticus nog nooit een gedenkteken opgericht.
-
Nergens raakt men zo treffend overtuigt van de ijdelheid van de menselijke hoop als in een openbare bibliotheek.
Origineel:No place affords a more striking conviction of the vanity of human hopes than a public library.
-
Niemand kan zich de schoonheid van het uitzicht voorstellen vergeleken met alles wat men in Engeland kan zien. Het was nog nooit eerder door Europese ogen bekeken; maar taferelen die zo mooi waren, moeten reeds door engelen tijdens hun vlucht zijn aanschouwd.
Origineel:No one can imagine the beauty of the view from anything witnessed in England. It had never been seen before by European eyes; but scenes so lovely must have been gazed upon by angels in their flight.
-
Niemand spreekt de waarheid als men iets moet hebben.
Origineel:Nobody speaks the truth when there's something they must have.
The House in Paris (1935) -
Niemand voelt zich sterk als men zijn eigen zwakheid onderzoekt. Maar door zwakte onder ogen te zien, leer je hoeveel er in je zit en vind je echte kracht.
Origineel:No one feels strong when she examines her own weakness. But in facing weakness, you learn how much there is in you, and you find real strength.
-
Niets kwelt meer dan die vriendelijke brief waar men nooit aan toe kwam te schrijven.
Origineel:Nothing hurts more than the friendly letter that one never got around to writing.
toegeschreven -
Niets verdient meer aandacht dan de dingen die natuurlijk lijken: tegenover het buitengewone is men altijd op zijn hoede.
Origineel:Rien dans la vie n'exige plus d'attention que les choses qui paraissent naturelles ; on se défie toujours assez de l'extraordinaire.
-
Niets vermag men tegen de nacht, waarin men de slaap niet vatten kan.
-
Nooit is de wereld zo dankbaar, als wanneer men haar aan het lachen maakt.
De beste men citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net. (pagina 183)